Auteur | Prof. mr. S.R. Schuit |
Referentie publicatie | Schuit, S., (2011), 'One-tier en two-tier board: de vorm en de inhoud', in: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | In het eerste hoofdstuk wordt door Steven Schuit het belang van de vorm en de inhoud van een one-tier en two-tier board beschreven, mede in het licht van het feit dat in Nederland de one-tier board structuur een wettelijke uitwerking heeft gekregen. Aan de hand van verschillende aspecten van de Engelse board room traditie bekijkt hij of deze traditie zich ook leent voor receptie door een Nederlandse one-tier board. |
Biografie auteurs: | Prof. mr Steven Schuit is zowel hoogleraar Corporate Law and Business Transactions aan de Universiteit Utrecht als hoogleraar Corporate Governance and Responsibility aan Nyenrode Business Universiteit. Hij is momenteel lid van de Raad van Commissarissen bij onder meer New World Resources Plc en Breevast, en voorzitter van Stichting Giving Back. Hij is advocaat (Counsel) bij Allen & Overy, en was partner van 2000 tot 2005. Voordien was hij partner bij Loeff Claeys Verbeke (vanaf 1975) en werkte voor dit kantoor in New York van 1980 tot 1990. Als advocaat begeleidde hij besturen van diverse ondernemingen bij internationale fusies en overnames. In die hoedanigheid heeft hij besturen en commissarissen van grote (beursgenoteerde) ondernemingen geadviseerd over governance vraagstukken. Hij heeft als non-executive ook praktijkervaring opgedaan in zowel een one-tier als in two-tier boards. Hij heeft uitvoerig gepubliceerd op het gebied van corporate governance ondernemingsrecht, fusies en overnames en privatisering. Zijn meest recente publicatie is ‘The Chairman Makes or Breaks the Board’. |
Tags: RvC
Auteur | D. Coenen |
Referentie publicatie | Coenen, D., (2011), De Ethische Bedrijfscultuur. Overwegingen voor bestuurders en commissarissen . In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | In hoofdstuk 6 zoomt Dave Coenen in op een aspect, maar volgens hem wel het belangrijkste aspect van de bedrijfsethiek van een organisatie, namelijk de bedrijfsethische organisatiecultuur. Hij laat zien waaruit de ethische organisatiecultuur bestaat en hoe bestuurders dit voor hun eigen organisatie kunnen achterhalen. |
Biografie auteurs: | Drs. Dave Coenen RA is sinds september 2002 werkzaam bij De Nederlandsche Bank N.V., eerst als toezichthouder bij de Divisie Toezicht pensioenfondsen en beleggingsondernemingen, vervolgens als toezichthouder - sinds mei 2008 - bij de Divisie Toezicht banken. Voor september 2002 werkte hij bij de Autoriteit Financiële Markten, voorafgegaan door de Rabobank. Dave Coenen studeerde bedrijfseconomie en fiscale economie aan de Universiteit Maastricht, gevolgd door de postdoctoraal opleiding Accountancy (2003) en de postdoctoraal opleiding Corporate Compliance (2008) aan de Vrije Universiteit. Momenteel werkt hij aan een proefschrift over de integriteitbewuste bedrijfscultuur. |
Auteur | Drs. D. Veltrop en Prof. J. van Manen RA |
Referentie publicatie | Veltrop, D. en J. van Manen, (2011), Evaluaties van raden van commissarissen. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | In hoofdstuk 13 beschrijven Dennis Veltrop en Jaap van Manen de voor- en nadelen van de zelf-evaluatie door raden van commissarissen. Ze gaan echter ook een stapje verder en geven een uiteenzetting van een optimale aanpak van de evaluatie van de raad van commissarissen. |
Biografie auteurs: | Drs. Dennis Veltrop is als onderzoeker verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. In zijn onderzoek richt hij zich op het functioneren van raden van bestuur en raden van commissarissen. Hij richt zich in het bijzonder op gedragsmatige aspecten en de invloed hiervan op de governance van organisaties. Hij maakt hierbij primair gebruik van inzichten en meettechnieken vanuit de sociaal-psychologische en organizational behavior literatuur. Prof.dr. Jaap van Manen RA is hoogleraar corporate governance aan de Rijksuniversiteit Groningen en als partner verbonden aan Strategic Management Centre. Jaap adviseert bestuurders, commissarissen en aandeelhouders over strategie en bestuur. Tot ultimo 2010 was Jaap als partner verbonden aan Pwc. Zijn onderzoek is gericht op het functioneren van bestuurders en commissarissen. Op de website van Strategic Management Centre heeft Jaap een weblog waarop hij ingaat op vraagstukken op het gebied van corporate governance (www.smclaren.com). |
Auteur | Prof.dr. M. Lückerath-Rovers en Drs. M.A. Scheltema |
Referentie publicatie | Lückerath-Rovers, M. en M.A. Scheltema, (2011), RvC laat zich niet kennen. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | In hoofdstuk 14 beschrijven Mijntje Lückerath en Margot Scheltema hun onderzoek naar de verslagen van de raad van commissarissen. Ze constateren dat ten opzichte van 2009 er ook in 2010 nog steeds weinig inzicht wordt gegeven in toezicht. Het hoofdstuk sluit af met een aantal aanbevelingen ter verbetering van het verslag van de raad van commissarissen. |
Biografie auteurs: | Prof. dr. Mijntje Lückerath-Rovers is initiatiefnemer en voorzitter van de redactie van dit Jaarboek Corporate Governance. Zij is hoogleraar Corporate Governance aan de Tilburg University, TIAS School for Business and Society. Zij is auteur van de jaarlijkse Nederlandse Female Board Index, het Nationaal Commissarissen Onderzoek en van vele wetenschappelijke en professionele artikelen. Zij is daarnaast betrokken bij diverse maatschappelijke initiatieven op het terrein van Corporate Governance waaronder het herschrijven van de Governance Code Cultuur, de Monitoring Commissie Code Pensioenfondsen, de Governance Risk & Compliance commissie van de NBA en de evaluatie van de Governancecode Woningcorporaties. Zij is zelf commissaris en/of toezichthouder bij Achmea, de ASN Beleggingsinstellingen, EY, KNGF Geleidehonden en de Betaalvereniging Nederland. Drs. Margot Scheltema is sinds 2009 full-time commissaris en toezichthouder, o.m. bij TNT Express, ASR Nederland, Schiphol Group, Triodos Bank, en het Warmtebedrijf Rotterdam. Ze is verbonden aan de Erasmus Universiteit als Research Fellow. Voorts is zij lid van de Raad van Toezicht van het Rijksmuseum, World Press Photo, en het Institut Neérlandais in Parijs. Ze is lid van de Commissie Financiële Verslaggeving van de AFM, en van de Signaleringsraad van het NBA. Voorheen was zij 25 jaar werkzaam bij Shell, grotendeels in het buitenland, in een divers aantal financiële functies zoals finance manager in Tunesië en in Zuid-Amerika. In 2004 kwam zij terug naar Nederland als Financieel Directeur Shell Nederland. |
Auteur | Dr. O. Bik RA en Prof. dr. D. de Waard RA |
Referentie publicatie | Bik, O. en D. de Waard, (2012), Bestendig sturen op duurzaamheid: bestuur, toezicht en transparantie. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. Van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2012-2013, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | Hoofdstuk 4 van Olof Bik en Dick de Waard formuleert aanbevelingen voor bestuur en toezicht ten aanzien van de transparantie, formulering en executie van een duurzaamheidsstrategie binnen organisaties. Vanuit het perspectief dat duurzaamheid stevig op de bestuursagenda staat wordt gezocht naar kenmerkende elementen van een duurzaamheidsstrategie, waarin bestendige waardecreatie voor alle belanghebbenden en rentmeesterschap voor toekomstige generaties centraal staat. Daarbij geldt dat de raad van commissarissen een actieve rol heeft in de duurzaamheidsverslaggeving en dat de raad ook verantwoording aflegt en transparant is over zijn betrokkenheid bij de formulering en executie van de duurzaamheidsstrategie. De auteurs constateren dat op basis van de actuele verslaggeving door ondernemingen nog niet blijkt dat commissarissen al flinke stappen hebben gezet. Bestuurders lijken een voorsprong te hebben, waar commissarissen het been nog moeten bijtrekken. |
Biografie auteurs: | Dr. Olof Bik RA is als director binnen de Assurance praktijk van PwC verantwoordelijk voor de Behavioral & Cultural Governance dienstverlening. Vanuit die praktijk ondersteunt hij organisaties met het analyseren en sturen van cultuur en gedrag vanuit de perspectieven van strategie, duurzaamheid en governance. Olof is daarnaast als docent en onderzoeker verbonden aan de Vakgroep Accountancy van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn onderzoeksgebied ligt op het raakvlak van sturen, governance en rapportage van cultuur en gedrag binnen organisaties. Prof. dr. Dick de Waard RA is als partner verbonden aan Ernst & Young Accountants en geeft leiding aan de Climate Change and Sustainability Services praktijk in Nederland en België. Hij is in die rol verantwoordelijk voor de advies- en assurance praktijk op het gebied van strategievorming, monitoring, verslaggeving en verificatie op het vlak van CO2 reductie en duurzaamheid in brede zin. Hij is als hoogleraar Auditing verbonden aan de Vakgroep Accountancy van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. |
Auteur | Dr. E.J.P. Engesaeth en Prof. dr. H. van Ees |
Referentie publicatie | Engesaeth, E.J.P. en H. van Ees, (2012), Bestuurdersbeloning: naast marktconform ook maatschappijconform. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. Van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2012-2013, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | Hoofdstuk 6 van Eric Engesaeth en Hans van Ees gaat in op bestuurdersbeloningen. Zij stellen de vraag hoe een raad van commissarissen ervoor kan zorgen dat de beloning voor de raad van bestuur naast marktconform ook maatschappijconform is. Hierbij is vooral de legitimiteit van de beloning van belang, die mede wordt bepaald door transparantie en begrijpelijkheid. Aan de hand van interviews concluderen Engesaeth en van Ees dat de legitimiteit van de beloningen moet worden verbeterd, maar geven zij daarnaast ook een aantal mogelijkheden hoe dit te bereiken. |
Biografie auteurs: | Dr. Eric J.P. Engesaeth is Associate Professor Managerial Compensation en verbonden aan TIAS Business School. Hij promoveerde aan de Universiteit van Tilburg op het onderwerp topbeloningen. In 2007 was hij lid van de onderzoeksgroep voor de Monitoring Commissie Corporate Governance inzake “De Relatie tussen de Bezoldiging van Bestuurders van Beursgenoteerde Ondernemingen en de Prestaties van deze Ondernemingen” Hij was partner bij Towers Perrin. Tot begin 2011 stuurde hij de dienstverlening op het gebied van topmanagement beloningen aan bij Towers Watson. Hij vervult deze rol thans bij Hay Group en is daar tevens lid van het Global Executive Reward Leadership Team. Prof. dr. Hans van Ees is hoogleraar corporate governance en Instituties aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn onderzoek betreft comparative corporate governance, business groups, boards of directors en sustainable corporate performance. Hij is directeur van het Corporate Governance Insights Centre in Groningen, vice-president van de European Academy of Management (EURAM) en als screening editor verbonden aan het tijdschrift Corporate governance: An international review. Het Corporate Governance Insights Centre is bijvoorbeeld actief op het gebied van contractonderzoek en consultancy ter zake good governance en industrial democracy onder meer voor de Monitoring commissie Nederlandse corporate governance code. |
Auteur | Mr. F. Leijten |
Referentie publicatie | Leijten, F. , (2012), Tegenstrijdig belang: een corporate governance kluif. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. Van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2012-2013, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | In hoofdstuk 7 besteedt Fons Leijten aandacht aan de nieuwe regelsdie voor besluitvorming zullen gaan gelden indien een bestuurder of een commissaris een tegenstrijdig belang heeft met dat van de vennootschap. Ook behandelt hij de gedragsregels die in het enquêterecht zijn ontwikkeld, de regels van de Code en de voorschriften van jaarrekeningenrecht die zien op verantwoording van transacties met verbonden partijen.. Verder komen in dit hoofdstuk vragen aan de orde zoals wanneer nu eigenlijk sprake is van tegenstrijdig belang in de zin van de wet, door wie dat moet worden vastgesteld en wat de gevolgen zijn als deze vaststelling achteraf onjuist blijkt te zijn. Naast een aantal praktische suggesties geeft hij nadere duiding aan de procedurele regels die de nieuwe wet met zich brengt en de mogelijke consequenties voor de besluitvorming en de positie van de verschillende organen indien er sprake is van een (vermeend) tegenstrijdig belang. Zijn conclusie is dat het onder de nieuwe regels, net als onder de tot de wetswijziging geldende regels, niet altijd eenvoudig is om vast te stellen of er sprake is van een tegenstrijdig belang in de zin van de wet. Dat zal telkens van alle relevante omstandigheden van het concrete geval afhangen. |
Biografie auteurs: | Mr. Fons Leijten studeerde rechten in Amsterdam en Los Angeles en is als advocaat werkzaam bij Stibbe N.V., sinds 1991 als partner. Hij geeft leiding aan de corporate litigation praktijk van Stibbe en adviseert en procedeert voor (beursgenoteerde) Nederlandse en buitenlandse ondernemingen, in het bijzonder enquêterechtprocedures bij de Ondernemingskamer. Fons is daarnaast onder meer bestuurslid van de Vereniging Corporate Litigation, redacteur van Jurisprudentie Ondernemingsrecht (JOR) en Tekst & Commentaar Ondernemingsrecht en Effectenrecht en hoofddocent van de postdoctorale Grotius opleiding Vennootschaps- en Ondernemingsrecht. |
Auteur | Mr. Y. Borrius |
Referentie publicatie | Borrius, Y., (2012), Taakverdeling en aansprakelijkheid binnen bestuur en raad van commissarissen. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. Van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2012-2013, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | Andere aspecten van de Wet Bestuur en Toezicht betreffen de wijziging van het artikel over taakvervulling en taakverdeling dat van toepassing is op het bestuur en de raad van commissarissen en de introductie in de wet van de one –tier board. In hoofdstuk 8 behandelt Yvette Borrius deze aspecten, nadat zij eerst het collegialiteitsbeginsel dat voor zowel het bestuur als de raad van commissarissen geldt nader omschrijft. Daarbij wordt ook de informatievoorziening binnen de organen behandeld en de vraag in hoeverre men bij de uitoefening van zijn taak mag vertrouwen op informatie van anderen. Vervolgens gaat zij in op de mogelijke aansprakelijkheid die bestuurders en commissarissen kan treffen bij een onbehoorlijke taakvervulling. Zij bespreekt daarbij de elementen die van belang zijn bij de beoordeling of daarvan sprake is, waaronder een eventuele taakverdeling. Een en ander wordt geïllustreerd met enkele voorbeelden uit de jurisprudentie van taakverdeling bij een two tier board en bij een one tier board. Tot slot geeft zij enkele praktische aanbevelingen met het oog op een eventuele taakverdeling en de invulling van de taken door een bestuurder (al dan niet van een one-tier board) of commissaris. |
Biografie auteurs: | Mr. Yvette Borrius is partner bij Höcker Advocaten te Amsterdam, afdeling ondernemingsrecht, waar zij de corporate litigation procespraktijk leidt. Zij is als advocaat, boardroom counselor en ‘litigator’ met name werkzaam op het terrein van aansprakelijkheid van bestuurders, commissarissen en executives; dit vanuit het perspectief van de betrokken functionarissen, curator/schuldeiser, forensisch onderzoeker of in het licht van mogelijk wanbeleid (enquête procedure). Zij is in diverse branches betrokken bij toezichtstructuren binnen (grote) stichtingen tot beursgenoteerde ondernemingen met aanverwante corporate governance vraagstukken. Daarnaast is Yvette Borrius werkzaam als onderzoeker (Ondernemingskamer) of bindend adviseur. Zij publiceert (zoals annotator tijdschrift Jurisprudentie Onderneming & Recht) en doceert regelmatig op het gebied van bestuurdersaansprakelijkheid. Naast haar praktijk heeft Yvette Borrius bestuursfuncties bij een NGO vervuld. |
Auteur | G. van Tunen RO EMIA |
Referentie publicatie | Tunen, G. van , (2012), De rol van de secretaris in Corporate Governance. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. Van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2012-2013, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | In hoofdstuk 12 gaat Gwendolyn van Tunen in op de rol van de secretaris. Zij stelt dat de secretaris wellicht de minst besproken en beschreven functie is in de Nederlandse context van Corporate Governance. Ze vermoedt dat het gebrek aan aandacht en formele erkenning veroorzaakt wordt doordat bestuurders en commissarissen de rol van de secretaris nog steeds als vooral ondersteunend zien en de toegevoegde waarde die de secretaris kan hebben op het gebied van corporate governance (nog) niet onderkent. In dit hoofdstuk beschrijft zij de verschillende rollen van de secretaris binnen corporate governance en geeft daarbij aan hoe deze rol zich kan ontwikkelen tot die van Chief Governance Officer. |
Biografie auteurs: | Gwendolyn van Tunen RO EMIA is Company Secretary & Chief Governance Officer (CGO) van ABN AMRO. In haar rol als CGO is zij verantwoordelijk voor de advisering op het gebied van Corporate Governance en geeft zij leiding aan diverse Corporate Governance initiatieven binnen de bank. Hiervoor heeft zij diverse leidinggevende functies binnen de bank vervuld, waaronder COO Group Compliance. Zij is medeauteur van de recent verschenen publicatie Effectief Bestuur. Een handreiking aan bestuurders en toezichthouders. Naast haar functie bij ABN AMRO doceert zij aan de Governance University en treedt zij regelmatig op om haar praktijkervaring te delen. |
Auteur | Drs. M.H.M Smits |
Referentie publicatie | Smits, M.H.M., (2013), Zijn Kleerscheuren Onvermijdelijk? Waarom het af en toe zo spectaculair fout gaat en hoe te proberen om dat te voorkomen. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2013-2014, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | Het Jaarboek 2013 start in hoofdstuk 1 met een bijdrage van Marcel Smits. In zijn bijdrage vraagt hij zich ten eerste af waarom het af en toe zo vreselijk fout gaat bij bedrijven en instellingen en ten tweede wat dan vervolgens bestuurders en toezichthouders anders zouden moeten gaan doen. Smits geeft een overzicht van de stand van de gedragswetenschap ten aanzien van problemen met ‘houding en gedrag’. Hij geeft dan ook aanbevelingen voor zowel bestuurders als voor non-executives. |
Biografie auteurs: | Mr. drs. Marcel Smits was CFO van Vendex KBB, KPN en Sara Lee waar hij ook CEO is geweest. Hij is thans werkzaam als CFO van Cargill. |
Auteur | Drs. G.A. Möller |
Referentie publicatie | Möller, G.A., (2013), Corporate Governance en ethiek: Ethiek moet terug op de bestuursagenda. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2013-2014, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | In hoofdstuk 2 beschrijft George Möller waarom de wispelturige mens oorzaak is van menig hardnekkig probleem in de bestuurskamer. Belangrijke gedragsafwijkingen passeren in zijn bijdrage de revue. Om het hoofd te bieden pleit hij voor het terugzetten van ethiek op de bestuursagenda en zelfs naar het centrum van de bestuursmacht. |
Biografie auteurs: | Drs. George Möller heeft meer dan 40 jaar ervaring in de internationale financiële industrie. Hij heeft 10 jaar in London gewerkt. Hij is persoonlijk betrokken geweest bij de oprichting van Euronext en gedurende zeven jaar verbonden geweest aan deze beurzenorganisatie. Zijn laatste positie was die van CEO van de Robeco Groep in Rotterdam. Nu vervult hij een aantal toezichthoudende functies zoals ondermeer Voorzitter Raad van Toezicht AFM en voorzitter van de Raad van Toezicht van het LUMC in Leiden. Hij is auteur van het boek ‘Waardenloos’ en de Engelse uitgave “Banking on Ethics’ . |
Auteur | dr. E.M. Heemskerk |
Referentie publicatie | Heemskerk, E.M., (2013), Goed bestuur en goed gedrag: wat maakt een goede raad van commissarissen goed? In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2013-2014, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | In hoofdstuk 3 analyseert Eelke Heemskerk de kwaliteit van het intern toezicht door de raad van commissarissen of de raad van toezicht. De belangrijkste les van zijn gedragsmatige analyse van goed bestuur is dat effectief toezicht vooral een uitkomst is van het samenspel van de commissarissen. Een raad vol met uitermate geschikte en competente individuele commissarissen kan heel wel als groep slecht presteren. Goed bestuur is niet alleen mensenwerk, het is teamspel. |
Biografie auteurs: | Dr. Eelke Heemskerk is politicoloog en verbonden aan de Universiteit van Amsterdam (afdeling politicologie; AISSR). Tevens adviseert hij als specialist governance bij De Galan Groep bestuurders en toezichthouders over goed bestuur. Eelke schrijft in (inter)nationale wetenschappelijke tijdschriften over corporate governance, sociale netwerken, elites, en institutionele ontwikkelingen in Nederland en Europa en schreef meerdere boeken. Recent publiceerde hij onder andere in PlosONE; Economy and Society; Global Networks en IJCS. In zijn huidige onderzoek kijkt Eelke naar de invloed van sociale netwerken op besluitvorming aan de top van organisaties. Hiervoor ontving hij de VENI prijs van NWO. |
Auteur | Mr. drs. N.J.M. van Zijl |
Referentie publicatie | Zijl, N.J.M.van, (2013), Onafhankelijkheid is meer dan afstand alleen. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2013-2014, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | Niels van Zijl gaat in hoofdstuk 6 in op de vraag hoe de onafhankelijkheid van een commissaris plaats dient te krijgen binnen de samenwerking met het bestuur van een vennootschap. Hij besteedt vooral ook aandacht aan het verschil tussen onafhankelijkheid in fact, in appearance en in form evenals de juridische benadering van onafhankelijkheid in de corporate governance code van respectievelijk Nederland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Hij plaatst vraagtekens bij de manier waarop in de Code onafhankelijkheid van commissarissen benaderd wordt. |
Biografie auteurs: | Mr. dr. Niels van Zijl is in oktober 2012 gepromoveerd op het proefschrift The Importance of Board Independence – A Multidisciplinary Approach aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Aan de Erasmus Universiteit Rotterdam is hij in de periode 2008–2012 verbonden geweest als promovendus. Hiervoor heeft hij de studies financiële econometrie en financieel recht aan diezelfde universiteit afgerond. Thans is hij assistant business controller bij Akzo Nobel Industrial Chemicals. Niels heeft verder werkervaring bij Nyenrode Business Universiteit, Robeco Private Equity en Shell Asset Management Company. |
Auteur | Prof. dr. R. Flören, Dr. M. Berent-Braun, Prof. dr. L. Uhlaner en C. de Nooijer |
Referentie publicatie | Flören, R., M. Berent-Braun, L. Uhlaner en C. de Nooijer, (2013), Corporate governance en het familiebedrijf. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2013-2014, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | Familiebedrijven zijn – ook in Nederland – ontzettend belangrijk voor de economie en ze zijn verantwoordelijk voor een groot gedeelte van de werkgelegenheid. Roberto Flören, Marta Berent-Braun, Lorraine Uhlaner en Casper de Nooijer gaan in hoofdstuk 7 in op de grote verschillen die tussen de verschillende familiebedrijven bestaan en op enkele belangrijke verschillen tussen familiebedrijven en niet-familiebedrijven die zij in hun onderzoek zijn tegengekomen. Zij spitsen dat toe op de vraag of en zo ja, waarom een raad van toezicht of raad van advies bij het bedrijf is ingesteld en de rol van deze raden binnen het bedrijf. Zij roepen Nederlandse familiebedrijven op om tot een eigen governance code voor familiebedrijven te komen. |
Biografie auteurs: | Prof. dr. Roberto H. Flören is als Baker Tilly Berk hoogleraar Familiebedrijven en Bedrijfsoverdracht verbonden aan de Nyenrode Business Universiteit. Tevens is hij hoofd faculteit van deze universiteit. Hij is geboren en getogen in een familiebedrijf en heeft de opvolging in het eigen familiebedrijf meegemaakt. Sinds 1992 is hij verantwoordelijk voor het onderzoeksprogramma onder familiebedrijven op Nyenrode. Hij is gepromoveerd op zijn onderzoek naar opvolging in agrarische familiebedrijven. Hij heeft vele (internationale) publicaties en lezingen over het familiebedrijf op zijn naam. Voorts is hij columnist, doceert hij ondernemerschap op Nyenrode en is hij lid van de RvC van Breman Topholding in Genemuiden. Dr. Marta Berent-Braun is Assistant Professor aan het Center for Entrepreneurship van Nyenrode Business Universiteit. Zij is in 2010 gepromoveerd op een onderzoek naar dynamiek van eigenaren in niet-beursgenoteerde (familie-)bedrijven. Haar huidige onderzoek omvat onderwerpen zoals duurzaam ondernemen, succesvolle bedrijfsoverdracht en goed bestuur in (familie) bedrijven. Ze is coördinator en docent Ondernemerschap voor het full-time Master programma en de zomercursus Business Planning & Execution op Nyenrode Business Universiteit. Prof. dr. Lorraine M. Uhlaner is hoogleraar Ondernemerschap aan de EDHEC Business School. Haar onderzoeksinteresses omvatten verschillende onderwerpen op het gebied van ondernemerschap en het familiebedrijf, waaronder cross-nationaal onderzoek naar de relatie tussen cultuur en ondernemerschap, de rol van de eigenaar (versus management) en de determinanten van innovatie en groei en prestaties binnen het MKB. Ze is momenteel associate editor van Small Business Economics. Recent publiceerde zij o.a. in de Journal of International Business Studies, Small Business Economics Journal, Journal of Business Venturing, Journal of Business Ethics en Family Business Review. Mr. drs. Casper C.C. de Nooijer is voorzitter van de raad van commissarissen van het familiebedrijf Vecom Group en actief lid van de Nederlandse en internationale vereniging van familiebedrijven. Hij is bijna 10 jaar werkzaam bij Heineken in een verscheidenheid aan financiële functies binnen Heineken Nederland en Heineken International. Daarnaast geeft hij – sinds 2009 – college in verschillende programma’s aan Nyenrode Business Universiteit, waaronder een programma op het gebied van familiebedrijven. Casper heeft fiscaal recht in Leiden en bedrijfskunde in Amsterdam gestudeerd. |
Auteur | Prof. dr. mr. R.C.J. Galle |
Referentie publicatie | Galle, R.C.J., (2013), Bestuur en toezicht in de coöperatieve onderneming. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2013-2014, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | De coöperatie is een belangrijke ondernemingsvorm binnen ons bestel. Deze rechtspersoon komt in Nederland in allerlei soorten en maten voor. Ruud Galle beschrijft in hoofdstuk 10 de bijzondere karakteristieken van de coöperatie en de bestuurlijke inrichting van een coöperatieve onderneming. Hij gaat daarbij in op de rol van de leden en ledenraad, onder andere bij benoeming van bestuurders en commissarissen en behandelt de verschillende bestuurs- en toezichtmodellen die bij een coöperatie gebruikelijk zijn. |
Biografie auteurs: | Prof. dr. mr. Ruud C. J. Galle is hoogleraar Organisatie van de onderneming en Senior Research Fellow bij TIAS Business School van Tilburg University. Tevens is hij directeur van de Nationale Coöperatieve Raad (NCR). Daarnaast bekleedt hij enige toezichthoudende en bestuurlijke nevenfuncties in het bedrijfsleven. |
Auteur | drs. T. Nicolai-van Vught en drs. S. van der Veer |
Referentie publicatie | Nicolai-van Vught, T. en S. van der Veer, (2013), Gedrag in de bestuurskamer kan beter. Ingesleten patronen die de effectiviteit van besluitvormingsprocessen belemmeren. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2013-2014, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | In hoofdstuk 12 pleiten Tamira Nicolai-Van Vught en Simon van der Veer ervoor dat gedrag in de bestuurskamer beter kan. Op basis van eigen onderzoek traceren zij ingesleten patronen die de effectiviteit van besluitvormingsprocessen in bestuurskamers belemmeren en komen zij met adviezen hoe hiermee als bestuurder om te gaan. |
Biografie auteurs: | Drs. Tamira Nicolai-van Vught is medeoprichter en 1 van de vennoten van TWST, een adviesbureau dat organisaties helpt bij het vergroten van hun commerciële slagkracht en het professionaliseren van hun interne dienstverlening. Haar focus ligt op het herkennen en doorbreken van belemmerende patronen zodat strategische ambities zoals een bedrijfsoptimalisatie of een andere manier van werken worden gerealiseerd. Tamira is coauteur van het populaire managementboek De Organisatie Draait Door.Drs. Simon van der Veer is medeoprichter en 1 van de vennoten van adviesbureau TWST. Hij ondersteunt organisaties bij vraagstukken zoals een klantgerichtere dienstverlening, een open aanspreekcultuur of effectiever leiderschap. Simon is coauteur van de populaire managementboeken ‘Animal Firm’, ‘We presteerden nog lang en gelukkig’ en ‘De Organisatie Draait Door’. Simon wordt regelmatig gevraagd als spreker voor events. |
Auteur | Drs. J.A. de Hoog |
Referentie publicatie | De Hoog, J.A. (2014), Hoe bestuurders manipuleren en wat er tegen te doen. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2014-2015, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | In hoofdstuk 3 beschrijft Hans de Hoog hoe bestuurders manipuleren en wat er tegen te doen is. De Hoog onderscheidt daartoe twee gevallen van manipulatie: de ene waarin het kwaad van de manipulatie reeds is geschied en de andere waarin bestuurders in de verleiding zouden kunnen komen hun toezichthouder een loer te draaien. |
Biografie auteurs: | Drs Hans de Hoog is medeoprichter (van Grexx NV, een bedrijf dat procesdiensten aanbiedt via de ‘cloud’. Hij ontwikkelde in 2013 een instrument om de dialoog tussen bestuurders en toezichthouders te faciliteren: governanceboxx. Na afronding van de studies Politieke Wetenschappen (Leiden) en Algemene Economie (Rotterdam) begon hij zijn carrière in 1982 in de landelijke politiek om die in 1987 te vervolgen als public affairs adviseur van diverse brancheorganisaties en grote ondernemingen. Het grote bedrijfsleven heeft hij leren kennen bij Delta Lloyd (1994 –1998) en Origin (1998 – 2000). Van begin 2007 tot eind 2012 was hij als extern toezichthouder op grote pensioenfondsen werkzaam bij De Nederlandsche Bank. Hij was van 1997 – 2009 lid en in de derde termijn voorzitter van de Raad van Toezicht van Stichting Kinderopvang Humanitas. In 2013 publiceerde hij het boek: De Toezichthouder. Praktijkvoorbeelden van opportunistisch bestuur en falend toezicht., Eburon Business, Delft, 2013 |
Auteur | Prof. dr. Lückerath-Rovers |
Referentie publicatie | Lückerath-Rovers, M. (2014), Bouwstenen voor effectieve Raden van Commissarissen. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2014-2015, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | In hoofdstuk 4 beschrijft Mijntje Lückerath-Rovers negen bouwstenen die volgens haar belangrijk zijn voor effectieve RvCs. Het hoofdstuk start echter met de vraag wat vanuit theoretisch perspectief de toegevoegde waarde van de RvC zou moeten zijn. Hieruit blijkt dat de rol van de RvC ook in de theorie niet eenduidig vaststaat. |
Biografie auteurs: | Prof. dr. Mijntje Lückerath-Rovers is initiatiefnemer en lid van de redactie van dit Jaarboek Corporate Governance. Zij is hoogleraar Corporate Governance aan de Tilburg University, TIAS School for Business and Society. Zij is auteur van de jaarlijkse Nederlandse Female Board Index, het Nationaal Commissarissen Onderzoek en van vele wetenschappelijke en professionele artikelen. Zij is daarnaast betrokken bij diverse maatschappelijke initiatieven op het terrein van Corporate Governance waaronder het herschrijven van de Governance Code Cultuur, de Monitoring Commissie Code Pensioenfondsen, de Governance Risk & Compliance commissie van de NBA en de evaluatie van de Governancecode Woningcorporaties. Zij is zelf commissaris en/of toezichthouder bij Achmea, de ASN Beleggingsinstellingen, NRC, KNGF Geleidehonden en de Betaalvereniging Nederland. |
Auteur | Prof. dr. E.L.H.M. van de Loo en Prof. dr. J.W. Winter |
Referentie publicatie | Loo, E.L.H.M. van de en J.W. Winter (2014), Boards on Task. Naar een geïntegreerde benadering van board performance. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2014-2015, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | Hoofdstuk 5, geschreven door Erik van de Loo en Jaap Winter, beschrijft een door hen ontwikkelde methode om te bekijken wanneer Boards on Task zijn waarbij systeemaspecten enerzijds en factoren van gedrag en cultuur anderzijds, worden geïntegreerd. Zij richten zich op het functioneren van Boards, dat wil zeggen op de interactie tussen bestuurders en commissarissen. |
Biografie auteurs: | Professor dr. Erik van de Loo is psychoanalyticus, hoogleraar Leiderschap en Gedrag, TIAS School for Business and Society. Hij is Visiting Clinical Professor of Leadership INSEAD, Co-director Executive Masters Programme Consulting and Coaching for Change, houder van de Visiting Professorial Chair of Leadership at Graduate School of Business, Universiti Abdul Razak, Kuala Lumpur. Hij is tevens verbonden aan adviesbureau Phyleon in Den Haag. Prof.mr.dr. Jaap Winter is voorzitter van het College van Bestuur Vrije Universiteit Amsterdam en hoogleraar International Company Law aan de Universiteit van Amsterdam. Tot 2013 was hij partner bij De Brauw Blackstone Westbroek. Hij is voormalig voorzitter van de EU High Level Group of Company Law Experts en lid van de Commissie Tabaksblat. |
Auteur | Mr. H. Reumkens en Mr. R. van Waaij |
Referentie publicatie | Reukmens, H. en R. van Waaij (2014), Sleutelrol RvC bij openbaar bod. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2014-2015, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | In hoofdstuk 7 bespreken Hugo Reumkens en Roos van Waaij de rol van de RvC in een situatie van een openbaar bod. Zij gaan daarbij in op het wettelijk kader van een openbaar bod, de wijze waarop een bod wordt beoordeeld, beschermingsmaatregelen, de begrippen vennootschappelijk belang en strategie, tegenstrijdig belang en betrekken hierbij vervolgens de cruciale rol van de RvC. |
Biografie auteurs: | Mr. Hugo Reumkens is advocaat te Amsterdam en managing partner van Van Doorne N.V., gespecialiseerd in vennootschapsrecht, waarbinnen grensoverschrijdende fusies en overnames, corporate governance, private equity en joint ventures. Hij studeerde af aan de Universiteit van Tilburg in 1994 en startte in datzelfde jaar zijn carrière bij Van Doorne. Daarna behaalde hij een postdoctorale graad in het vennootschapsrecht bij de Grotius Academie in Nijmegen (cum laude). Sinds 2002 is hij partner bij Van Doorne. Hugo wordt aanbevolen door diverse buitenlandse gidsen als expert op het gebied van corporate governance en private equity. Hij is lid van een aantal juridische verenigingen en publiceert regelmatig. Ook treedt hij geregeld op als spreker op seminars en congressen, met name op het gebied van corporate governance. Verder is hij docent aan verschillende opleidingsinstituten. Mr. Roos van Waaij is advocaat te Amsterdam sinds 2002 en werkzaam bij Van Doorne N.V., gespecialiseerd in vennootschapsrecht met een focus op fusies en overnames en corporate governance. Roos is in 2001 afgestudeerd aan de Universiteit Leiden. Zij schrijft regelmatig columns op gebied van corporate governance en treedt op als docent bij verschillende opleidingsinstituten. |
Auteur | Drs. M. Wolfs |
Referentie publicatie | Wolfs, M. (2014), De risico’s van internationale corruptie - dichterbij dan u denkt. Over de (preventieve) rol van bestuurders en commissarissen. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2014-2015, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | Hoofdstuk 14 van Marijke Wolfs beschrijft de risico’s van internationale corruptie en constateert dat deze risico’s wellicht dichterbij zijn dan gedacht. Wolfs gaat daarbij in op de verantwoordelijkheid die bedrijven en hun bestuurders hebben om (betrokkenheid bij) internationale corruptie te voorkomen. Een effectieve aanpak vraagt om doortastend optreden van het bestuur en toezicht, met name als het gaat om preventieve maatregelen. |
Biografie auteurs: | Drs. Marijke Wolfs is directeur / algemeen secretaris van International Chamber of Commerce (ICC) Nederland. Zij behaalde haar Master International Business Management in Nijmegen en studeerde af op de veranderende dynamiek in internationale waardeketens. Voor studie en stage verbleef zij in Turkije, Italië, Londen en Boedapest. Aansluitend volgde zij de Leergang Buitenlandse Betrekkingen aan Instituut Clingendael. Sinds 2004 bekleedde zij verschillende internationaal georiënteerde functies bij het Ministerie van Economische Zaken waarna zij drie jaar voor een Amsterdams adviesbureau werkte. Sinds 2011 is zij verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van het Nederlandse National Committee van ICC. Binnen deze in 1921 opgerichte Vereniging ICC Nederland zijn dertien Nederlandse beleidscommissies actief waaronder de Commissie CR & Anti-corruptie. |
Auteur | Ing. J.A.M. Hermans RE |
Referentie publicatie | Hermans, J.A.M. (2014), Cyber Security: een relevant onderwerp voor iedere bestuurder. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2014-2015, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | John Hermans beschrijft in hoofdstuk 16 dat cyber security een relevant onderwerp is voor iedere bestuurder. Ondanks dat het cyber security lastig is te definiëren mag dit volgens hem geen excuus zijn voor bestuurders om het thema af te schuiven naar gespecialiseerde professionals. Bestuurders staan voor de taak om in de complexiteit van dit thema gedegen afwegingen te maken en op zijn minst de juiste vragen stellen. Het hoofdstuk geeft hiertoe handvatten en brengt cyber security terug tot de basis. |
Biografie auteurs: | Ing. John Hermans RE is partner binnen KPMG IT Advisory en is verantwoordelijk voor de KPMG dienstverlening op het gebied van cyber security en leidt een team van 50 professionals. John maakt deel uit van KPMG’s global leadership op het gebied van cyber security en is tevens de global lead van KPMG op het gebied van Identity & Access Management Services. John heeft voor een groot aantal organisaties gewerkt in nagenoeg alle marktsegmenten, zoals daar zijn Financiële Dienstverlening, Oil & Gas, Energie, Overheid en andere sectoren. John was betrokken in meer dan 100 projecten op het gebied van cyber security, zowel nationaal als internationaal. In deze projecten ondersteunde John klanten in hun strategie, het bouwen van de business case en uitvoeren van programma management en quality assurance activiteiten. |
Auteur | Prof. dr. J. Frijns |
Referentie publicatie | Frijns, J. (2016), De toegevoegde waarde van de RvC In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2016-2017, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | Het Jaarboek start met een bijdrage van Jean Frijns, o.a. voormalig voorzitter van de Monitoring Commissie Corporate Governance. In hoofdstuk 1 gaat hij in op de toegevoegde waarde van de raad van commissarissen (RvC) waarbij de focus ligt op de verschillende rollen die de RvC vervult. De centrale thesis is dat de invulling en het relatieve gewicht van deze rollen niet invariant is voor het geldende ondernemingsmodel maar dat dit model juist zeer bepalend is. Frijns kijkt daarbij breder dan die van de corporate governance code doordat expliciet gekeken wordt naar de governance van ook niet-beursgenoteerde ondernemingen. |
Biografie auteurs: | Prof. dr. Jean Frijns is in 1971 zijn werkzame leven begonnen als econometrist, eerst bij de Universiteit Tilburg en daarna bij het CPB. In 1988 is hij overgestapt naar de financiële wereld als directeur beleggingen van pf ABP. Hij combineerde dat met een aanstelling als bijzonder hoogleraar aan de VU. Hij was een van de oprichters van SCGOP, de voorloper van Eumedion, en vanaf 2005 tot en met 2008 voorzitter van de Monitoring Commissie Corporate Governance. Na zijn afscheid bij ABP heeft hij tal van commissariaten en adviesfuncties in de financiële wereld bekleed. |
Auteur | Mr. H. Kersten |
Referentie publicatie | Kersten, M. (2016) Het uitdijende takenpakket van de auditcommissie In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2016-2017, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | . In hoofdstuk 7 beschrijft Heleen Kersten het uitdijende takenpakket van de Audit Commissie. Zij beschrijft daarbij ook de verhouding tussen de taken van de auditcommissie en de gehele RvC. Zij betoogt onder andere dat het belangrijk is een goede balans te vinden tussen voldoende tijd en aandacht voor het toezicht versus de toegevoegde waarde van een toezichthouder die op enige afstand staat van de dagelijkse bedrijfsvoering. Dit speelt ook een rol bij de auditcommissie en de RvC zal hiermee rekening moeten houden. |
Biografie auteurs: | Mr. Heleen Kersten is partner bij Stibbe. Zij is gespecialiseerd in fusies en overnames, corporate governance en kapitaalmarkttransacties. Heleen heeft daarnaast ruime ervaring als bestuurder en toezichthouder. Ze is zes jaar managing partner van Stibbe geweest, commissaris bij Van Lanschot en voorzitter van de raad van commissarissen van Egeria. Naast haar werk als advocaat is Heleen is lid van de RvC van STMicroelectronics, lid van de RvT van het Rijksmuseum en lid van het bestuur van de Stichting Donateurs van het Koninklijk Concertgebouworkest. Ze heeft artikelen gepubliceerd over corporate governance en overnames. |
Auteur | Prof.dr. L. Sneller, R. Bode BsC en drs. Arnoud Klerkx |
Referentie publicatie | Sneller, L. R. Bode en A.Klerkx (2016) De raad van commissarissen en het toezicht op IT In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2016-2017, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | In hoofdstuk 13 gaan Lineke Sneller, Ries Bode, Arnoud Klerkx in op de RvC en het toezicht op IT. Zij stellen dat door het toenemende belang van IT ook het belang van goede besturing van IT toe. Zij gaan hierbij specifiek in op dat aspect van de IT-besturing dat wordt uitgevoerd door het interne toezicht, dus door de RvC of een vergelijkbaar orgaan en stellen daarbij de vraag hoe intern toezicht op IT georganiseerd zou kunnen worden. |
Biografie auteurs: | Prof. dr. Lineke Sneller RC is hoogleraar Interne beheersing, in het bijzonder IT Value bij Nyenrode Business Universiteit. Ze publiceert over Enterprise Resource Planning, de waarde van IT, IT Governance, Corporate Governance en de rol van de CIO. Lineke behaalde haar doctoraal bedrijfseconometrie aan de Erasmus Universiteit, en werd registercontroller bij Nivra-Nyenrode. In de afgelopen jaren heeft Lineke diverse CIO- en directieposities bekleed bij onder meer Vodafone, Tele2 en InterfaceFLOR. Naast haar huidige werk bij Nyenrode is zij lid van de Raad van Commissarissen van Achmea, ProRail, CCV en Ortec. Ries Bode BSc. is directeur/eigenaar van Management in Motion en is meer dan 15 jaar actief als interim directeur en heeft uiteenlopende opdrachten uitgevoerd als directeur IT/CIO en programmadirecteur. Hij is digi-commissaris in de RvC van Portbase BV en Result Laboratorium BV. Lid Raad van Advies PortingXS BV. Voorzitter van het bestuur van Bureau Telematica Binnenvaart en Binnenvaart.nl. Belangrijke werkervaring deed hij op als directeur bij KPN, algemeen directeur UUnet en directeur IT/CIO bij Ziggo en de Goudse. Hij volgde de Nyenrode Commissarissen Cyclus en is binnen DeNieuweCommissaris actief voor de community Digitale Transformatie. Drs. Arnoud Klerkx is CTO en lid van de Raad van Bestuur bij Sanoma Learning, een Europese educatieve uitgever waar hij verantwoordelijk is voor de digitale transformatie. Hij heeft een achtergrond in management consulting bij Accenture en Gartner gecombineerd met IT-lijn management ervaring bij Robeco en Ziggo. Daarnaast is de heer Klerkx digi-commissaris bij verschillende bedrijven waarin hij zich richt op het toezicht op IT, digitalisering en nieuwe verdienmodellen. Hij studeerde bedrijfskunde aan universiteit Nyenrode (BBA 1994) en internationale economie aan de universiteit van Maastricht (doctoraal 1996). Hij heeft publicaties op het gebied van Customer Relationship Management en Outsourcing. Klerkx is gekozen tot CIO van het jaar 2015. |