Auteur | Prof. dr. H. van Ees en Dr. R.B.H. Hooghiemstra |
Referentie publicatie | Ees, H. van, en R.B.H. Hooghiemstra, (2011), Compliance en non-compliance met de Nederlandse corporate governance code. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | Hans van Ees en Reggy Hooghiemstra analyseren in hoofdstuk 11 in hoeverre Nederlandse ondernemingen gelijksoortige verklaringen voor het niet-toepassen van de beginselen en richtlijnen van de Nederlandse Code hanteren en waarom. |
Biografie auteurs: | Prof. dr. Hans van Ees is sinds 2012 lid van de redactie van dit Jaarboek Corporate Governance en hoogleraar corporate governance en Instituties aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen en bouw-dekaan van het University College Groningen. Zijn onderzoek betreft comparative corporate governance, business groups, boards of directors en sustainable corporate performance. Hij is directeur van het Corporate Governance Insights Centre in Groningen, vice-president van de European Academy of Management (EURAM) en als associate editor verbonden aan het tijdschrift Corporate governance: An international review. Het Corporate Governance Insights Centre is bijvoorbeeld actief op het gebied van contractonderzoek en consultancy ter zake good governance en industrial democracy onder meer voor de Monitoring commissie Nederlandse corporate governance code. Dr. Reggy Hooghiemstra is, na werkzaam te zijn geweest binnen de accountancy, sinds enige jaren als universitair docent verbonden aan de Vakgroep Accountancy en de Vakgroep Accounting van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij maakt deel uit van het Corporate Governance Insights Centre van de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn onderzoeksgebied ligt op het raakvlak van internal control, internationale aspecten van verslaggeving en corporate governance. |
Tags: Code
Auteur | Prof. dr. R. Jeurissen en Dr. E. Karssing |
Referentie publicatie | Jeurissen, R. en E. Karssing, (2011), Wat is een goede uitleg? Reflecties op het 'pas toe of leg uit'-principe. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | Ronald Jeurissen en Edgar Karssing reflecteren in hoofdstuk 12 vanuit de argumentatieleer wat een goede uitleg is bij het pas-toe en leg-uit principe in de corporate governance code. |
Biografie auteurs: | Prof. dr. Ronald Jeurissen is hoogleraar Bedrijfsethiek bij Nyenrode Business Universiteit en directeur van het European Institute for Business Ethics. Hij studeerde filosofie, theologie en sociale wetenschappen in Nijmegen, Tilburg en aan de Universiteit van Amsterdam. Ronald publiceerde zes boeken over bedrijfsethiek, waaronder het bekroonde ‘Bedrijfsethiek: een goede zaak’ (7e druk 2008). Van 2008 tot 2010 was hij lid van de redactieraad van het toonaangevende Business Ethics Quarterly. Hij is lid van de commissie Toelating en Integriteit van de IVBN (Institutionele Beleggers in Vastgoed). Dr. Edgar Karssing is als universitair hoofddocent verbonden aan het instituut voor bedrijfsethiek van Nyenrode Business Universiteit. Edgar behaalde zijn Masters in Economie en Wijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 2006 promoveerde hij aan de Erasmus Universiteit op een proefschrift over integriteit in theorie en praktijk. Zijn onderzoek richt zich op integriteit en integriteitsmanagement ('Wat werkt en wat niet?'), zowel in de private als de publieke sector. Edgar is winnaar van de Nationale Compliance Award 2010. |
Auteur | Mr. drs. E. Soerjatin |
Referentie publicatie | Soerjatin, E., (2012), Rechterlijke toetsing van corporate governance. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. Van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2012-2013, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | Het al dan niet voldoen aan bepaalde regels van Corporate Governance kan ook onderwerp zijn van rechterlijke toetsing. Dit is het onderwerp dat Ellen Soerjatin in hoofdstuk 9 behandelt. Achtereenvolgens besteedt zij aandacht aan de enquêteprocedure. Aan de hand van verschillende uitspraken gaat zij in op de relevante factoren die spelen bij de rechterlijke toetsing. Daarbij komen onder andere de aanvaarde inzichten omtrent corporate governance en de interpretatieverschillen bij de uitleg van de Code aan de orde. Zij signaleert daarbij dat het opvallend is dat de schending van corporate governance regels alleen meestal niet doorslaggevend is voor het gelasten van een onderzoek of de constatering dat er sprake is geweest van wanbeleid. |
Biografie auteurs: | Mr. drs. Ellen Soerjatin is als partner bij Stek verantwoordelijk voor de corporate litigation- en de beroepsaansprakelijkheidspraktijk. Ellen adviseert haar cliënten over corporate governance, verdedigt bestuurders en commissarissen in aansprakelijkheidsprocedures en in wanbeleidsprocedures bij de Ondernemingskamer, en begeleidt ondernemingen bij corporate geschillen. Als beroepsaansprakelijkheidsspecialist treedt zij op voor zakelijke dienstverleners (o.a. accountants) die verwikkeld zijn in aansprakelijkheids- of tuchtprocedures. Zij publiceert en treedt regelmatig op als spreker/docent over onderwerpen uit haar vakgebied. Momenteel vervult zij – op benoeming van de Ondernemingskamer - de positie van tijdelijke commissaris bij een vennootschap die voorwerp is van een enquête. Voordat Ellen tot Stek toetrad, was zij partner bij DLA Piper Nederland waar zij de Praktijkgroep Litigation & Regulatory leidde. Daarna heeft zij enkele jaren als adviseur van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit een veranderingsproces begeleid ter verbetering van de juridische organisatie. |
Auteur | Prof. dr. R. Flören, Dr. M. Berent-Braun, Prof. dr. L. Uhlaner en C. de Nooijer |
Referentie publicatie | Flören, R., M. Berent-Braun, L. Uhlaner en C. de Nooijer, (2013), Corporate governance en het familiebedrijf. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2013-2014, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | Familiebedrijven zijn – ook in Nederland – ontzettend belangrijk voor de economie en ze zijn verantwoordelijk voor een groot gedeelte van de werkgelegenheid. Roberto Flören, Marta Berent-Braun, Lorraine Uhlaner en Casper de Nooijer gaan in hoofdstuk 7 in op de grote verschillen die tussen de verschillende familiebedrijven bestaan en op enkele belangrijke verschillen tussen familiebedrijven en niet-familiebedrijven die zij in hun onderzoek zijn tegengekomen. Zij spitsen dat toe op de vraag of en zo ja, waarom een raad van toezicht of raad van advies bij het bedrijf is ingesteld en de rol van deze raden binnen het bedrijf. Zij roepen Nederlandse familiebedrijven op om tot een eigen governance code voor familiebedrijven te komen. |
Biografie auteurs: | Prof. dr. Roberto H. Flören is als Baker Tilly Berk hoogleraar Familiebedrijven en Bedrijfsoverdracht verbonden aan de Nyenrode Business Universiteit. Tevens is hij hoofd faculteit van deze universiteit. Hij is geboren en getogen in een familiebedrijf en heeft de opvolging in het eigen familiebedrijf meegemaakt. Sinds 1992 is hij verantwoordelijk voor het onderzoeksprogramma onder familiebedrijven op Nyenrode. Hij is gepromoveerd op zijn onderzoek naar opvolging in agrarische familiebedrijven. Hij heeft vele (internationale) publicaties en lezingen over het familiebedrijf op zijn naam. Voorts is hij columnist, doceert hij ondernemerschap op Nyenrode en is hij lid van de RvC van Breman Topholding in Genemuiden. Dr. Marta Berent-Braun is Assistant Professor aan het Center for Entrepreneurship van Nyenrode Business Universiteit. Zij is in 2010 gepromoveerd op een onderzoek naar dynamiek van eigenaren in niet-beursgenoteerde (familie-)bedrijven. Haar huidige onderzoek omvat onderwerpen zoals duurzaam ondernemen, succesvolle bedrijfsoverdracht en goed bestuur in (familie) bedrijven. Ze is coördinator en docent Ondernemerschap voor het full-time Master programma en de zomercursus Business Planning & Execution op Nyenrode Business Universiteit. Prof. dr. Lorraine M. Uhlaner is hoogleraar Ondernemerschap aan de EDHEC Business School. Haar onderzoeksinteresses omvatten verschillende onderwerpen op het gebied van ondernemerschap en het familiebedrijf, waaronder cross-nationaal onderzoek naar de relatie tussen cultuur en ondernemerschap, de rol van de eigenaar (versus management) en de determinanten van innovatie en groei en prestaties binnen het MKB. Ze is momenteel associate editor van Small Business Economics. Recent publiceerde zij o.a. in de Journal of International Business Studies, Small Business Economics Journal, Journal of Business Venturing, Journal of Business Ethics en Family Business Review. Mr. drs. Casper C.C. de Nooijer is voorzitter van de raad van commissarissen van het familiebedrijf Vecom Group en actief lid van de Nederlandse en internationale vereniging van familiebedrijven. Hij is bijna 10 jaar werkzaam bij Heineken in een verscheidenheid aan financiële functies binnen Heineken Nederland en Heineken International. Daarnaast geeft hij – sinds 2009 – college in verschillende programma’s aan Nyenrode Business Universiteit, waaronder een programma op het gebied van familiebedrijven. Casper heeft fiscaal recht in Leiden en bedrijfskunde in Amsterdam gestudeerd. |
Auteur | Drs. B. Hof, drs. M. Kerste en Prof. dr. A. de Jong |
Referentie publicatie | Hof, B., M. Kerste en A. de Jong, (2013), De Nederlandse corporate governance code en monitoring: meer of minder overheid?. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2013-2014, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | In hoofdstuk 9 beschrijven Bert Hof, Marco Kerste en Abe de Jong hun onderzoek in opdracht van Minister Kamp van Economische Zaken naar het Nederlandse stelsel van corporate governance code en de monitoring daarvan. Invalshoek van het onderzoek was om vanuit een drietal hypothetische situaties een uitspraak te doen over de maatschappelijke wenselijkheid van meer of juist minder overheidsbemoeienis met betrekking tot ondernemingsbestuur. De auteurs beschrijven uitgebreid deze hypothetische situatie, te weten (i) het beëindigen van de monitoring van de naleving en toepassing van de code, (ii) het laten vervallen van de wettelijke verankering van de code en (iii) het uitbreiden van de monitoring met rapporteren op naam. |
Biografie auteurs: | Drs. Bert Hof is senior onderzoeker in het cluster Mededinging & Regulering van SEO Economisch Onderzoek. Hij beziet praktische onderzoeksvraagstukken vanuit een welvaartseconomisch perspectief. De rol van de overheid en de maatschappelijke wenselijkheid van beleidsalternatieven zijn terugkerende thema’s in zijn onderzoek. Bert is gespecialiseerd in de methode en de praktijk van maatschappelijke kosten-batenanalyse. Eerder werkte hij bij de Inspectie der Rijksfinanciën van het ministerie van Financiën en ook al eens bij SEO Economisch Onderzoek, als onderzoeker Regio & Transport en Arbeid & Onderwijs. Prof. dr. Abe de Jong is hoogleraar ondernemingsfinanciering aan Rotterdam School of Management, Erasmus University en hoogleraar financiële verslaggeving aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn onderzoek en onderwijs is op het gebied van financiële besluitvorming en corporate governance, met bijzondere aandacht voor historisch onderzoek naar de ontwikkeling van financiële markten. Drs. Marco Kerste is senior onderzoeker finance in het cluster Mededinging & Regulering van SEO Economisch Onderzoek. Hij richt hij zich op onderzoek naar financiële markten, financieel toezicht, bancaire kredietverlenging en financieringsconstructies. De rode draad in Marco’s onderzoekswerkzaamheden wordt gevormd door het snijvlak van de publieke en private sector op die gebieden waar financieringsvraagstukken bepalend zijn in bedrijfs- of overheidsbeslissingen. Voorbeelden hiervan zijn: de financiering van duurzaamheid, het belang en risico van Overige Financiële Instellingen, regulering van de hypotheekmarkt, winstuitkering door ziekenhuizen, en de waarde van commerciële radiovergunningen. Eerder werkte hij jarenlang in de financiële sector. |
Auteur | Prof. mr. L.G.H.J. Houwen |
Referentie publicatie | Houwen, L.G.H.J. (2015), Perspectiefwisseling voor toezichthouders van maatschappelijke organisaties In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2015-2016, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | In hoofdstuk 11 beschrijft Louis Houwen actuele beleidsvisies en herziene governancecodes voor maatschappelijke organisaties en dat deze een cultuuromslag in de governance markeren. Steeds vaker wordt gerefereerd aan best practices van goed functionerende onderwijsinstellingen, woningcorporaties en zorgorganisaties waarvan bestuurders en toezichthouders juist voorbeeldgedrag vertonen, in plaats van de verwijzingen naar incidenten met de gebruikelijke regelreflexen. Brancheorganisaties en beroepsverenigingen voor bestuurders en toezichthouders in de verschillende sectoren nemen in toenemende mate het initiatief voor kwaliteitsbevordering van bestuur, professionalisering van toezicht en verbetering van de dialoog met stakeholders. |
Biografie auteurs: | Prof. mr. Louis Houwen is als bijzonder hoogleraar privaat-publiek ondernemingsrecht verbonden aan Tias, School for Business and Society van Tilburg University en tevens advocaat-partner bij Dirkzwager advocaten & Notarissen te Nijmegen. Hij adviseert maatschappelijke organisaties en de Nederlandse brancheverenigingen in de zorg over governance- en aansprakelijkheidsvraagstukken en wordt veelvuldig betrokken bij de inrichting van concern- en ondernemingsstructuren in de zorgsector, het onderwijs en de corporatiesector. Louis Houwen is als auteur en adviseur betrokken bij de (herziening van de) Zorgbrede Governancecode en de oprichting van de Governancecommissie Gezondheidszorg. Zijn onderzoek en publicaties richten zich vooral op nieuwe organisatie- en financieringsstructuren, samenwerkingsverbanden en de daarmee samenhangende besturingsvraagstukken van woningcorporaties en zorg- en onderwijsinstellingen. Daarnaast maakt Louis Houwen deel uit van de Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht van de Nederlandse Orde van Advocaten en de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie en is hij lid van de redactie van het Tijdschrift voor Ondernemingsbestuur. |
Auteur | M. Lobry MsC |
Referentie publicatie | Lobry, M. (2016) Waarde creëren voor de lange termijn: Cultuur als basis voor good governance. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2016-2017, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | In hoofdstuk 6 volgt een onderzoek van Marie Fleur Lobry of, en in welke internationale Codes, organisatiecultuur expliciet als thema voor toezichthouden is opgenomen. Zij sluit haar hoofdstuk af met een drietal aanbevelingen hoe organisatiecultuur in de Nederlandse Code verwerk zou kunnen worden. |
Biografie auteurs: | Marie-Fleur Lobry MScBA is werkzaam als directeur-bestuurder bij Reos, een organisatie adviesbureau voor zorg en het sociaal domein. Naast deze baan is zij dit jaar gestart met een promotietraject aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Haar onderzoek richt zich op governance en bedrijfsethiek en in het bijzonder de relatie tussen intern toezicht en cultuur en gedrag binnen de organisatie. Zij heeft eerder managementfuncties bekleed in de consultancy (privaat en publiek) en deze rol vaak gecombineerd met het starten van new business. |
Auteur | Drs Remko Renes RA |
Referentie publicatie | Renes, R. (2018) De rol van de accountant bij verantwoording over naleving van de corporate governance code. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (Red.), Jaarboek Corporate Governance 2018-2019, Deventer: Kluwer. |
Inleiding | In het laatste hoofdstuk 13 gaat Remko Renes in op de rol van de accountant bij de verantwoording over naleving van de corporate governance code in het licht van wijzigingen in wet- en regelgeving. |
Biografie auteurs: | Drs Remko Renes RA is universitair docent Corporate Governance bij Nyenrode Business Universiteit en lid van het Center for Accounting Auditing & Control en het Nyenrode Corporate Governance Instituut. Hij is als onderzoeker en projectleider sinds 2010 betrokken geweest bij meerdere nalevingsonderzoeken voor de Monitoring Commissie Corporate Governance Code, de Monitoring Commissie Code Banken en de Code Goed Bestuur voor de Handvestgroep Publieke Dienstverleners in Nederland. Hij is lid van de redactie ‘Goed Bestuur’. |