Jaarboek 2017-2018

H1. ZELFEVALUATIES VAN RADEN VAN TOEZICHT EN RADEN VAN COMMISSARISSEN

Auteur Paul Nobelen
Referentie publicatie Nobelen, P. (2017) Zelfevaluaties van raden van toezicht en raden van commissarissen. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2017-2018, Deventer: Kluwer.
Inleiding Paul Nobelen heeft ruim veertien jaar ervaring met de begeleiding van de jaarlijkse zelfevaluatie van bestuurders en commissarissen in verschillende sectoren. In hoofdstuk 1 reflecteert hij op een aantal ervaringen die zijn opgedaan bij dergelijke zelfevaluaties van het interne toezicht en worden rode draden gedestilleerd.
Biografie auteurs: Dr. Paul Nobelen is sinds 2003 zelfstandig bestuursadviseur met als kernactiviteiten het ontwerpen van topstructuren, het oplossen van bestuurscrises en van corporate governance vragen alsmede het begeleiden van zelfevaluaties van besturen en interne toezichthouders in allerlei sectoren van de Nederlandse economie. Daarnaast is hij o.a. kernteamlid van respectievelijk gastdocent bij het commissarissenprogramma van het Erasmus Governance Institute en TIAS School for Business and Society.

H2. GOVERNANCE. OF: WAAROM WORDT HET CORPORATE SCHIP SOMS PAS DOOR DE WAL GEKEERD

Auteur Tjalling Tiemstra
Referentie publicatie Tiemstra,T. (2017) ZVan observatie naar effectieve interventie in corporate governance. Of: waarom wordt het corporate schip soms pas door de wal gekeerd?. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2017-2018, Deventer: Kluwer.
Inleiding Tjalling Tiemstra is ervaren als bestuurder en als commissaris. In hoofdstuk 2 schrijft hij het over het interveniërende vermogen van Raden van Commissarissen in het geval normale omstandigheden in snel tempo veranderen en interventie nodig lijkt.
Biografie auteurs: Drs. Tjalling Tiemstra RA is na een studie bedrijfseconomie in Groningen en militaire dienst in Den Haag in 1979 bij Unilever in dienst getreden, van waaruit hij accountancy in Rotterdam heeft gestudeerd. Na 22 jaar in vijf landen voor Unilever gewerkt te hebben in financiële en algemeen management posities is hij als CFO lid geweest van de respectievelijke raden van bestuur van de Hollandse Beton Groep NV en Hagemeyer NV. Op dit ogenblik is Tjalling oa. actief als commissaris/toezichthouder, bestuurder en Raad in de Ondernemingskamer.

H3. DE VOORZITTER IN GESPREK MET INVESTEERDERS EN ANDERE STAKEHOLDERS

Auteur Steven Schuit en Casper Jaspers
Referentie publicatie Schuit, S. en Jaspers, C. (2017). De voorzitter in gesprek met investeerders en andere stakeholders. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2017-2018, Deventer: Kluwer.
Inleiding In hoofdstuk 3 beschrijven Steven Schuit en Casper Jaspers de rol van de voorzitter, de president-commissaris, en de veel zwaardere rol en verantwoordelijkheid die deze persoon heeft gekregen. Meer specifiek gaan ze in op de rol die de voorzitter inneemt als het gaat om contacten met investeerders en andere interne en externe stakeholders.
Biografie auteurs: Prof mr Steven Schuit is ex-advocaat bij Allen & Overy, emeritus hooglaar Universiteit Utrecht en hoogleraar Corporate Governance Nyenrode Business Universiteit. Hij vervult diverse bestuurs- en toezichtsfuncties. Hij is co-auteur van het Handboek Voorzitter.

Mr. Casper Jaspers is advocaat te Amsterdam. Hij adviseert corporate clients, private equity en financiële instellingen over fusies en overnames en bijhorende governance vraagstukken.Hij nauw betrokken bij het ontwikkelen van cases voor govenance opleidingen en is co-auteur van het Handboek Voorzitter.

H4. EENZAAM AAN DE TOP: NEGATIEVE BIJWERKINGEN VAN DE ONDERVERTEGENWOORDIGING VAN VROUWEN IN HOGE FUNCTIES

Auteur Belle Derks en Naomi Ellemers
Referentie publicatie Derks, B. en Ellemers, N. (2017). Eenzaam aan de top: negatieve bijwerkingen van de ondervertegenwoordiging van vrouwen in hoge functies. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2017-2018, Deventer: Kluwer.
Inleiding In hoofdstuk 4 gaan Naomi Ellemers en Belle Derks in op de aanhoudende ondervertegenwoordiging van vrouwen op hogere posities en het onverwacht effect dat vrouwen elkaar vervolgens niet helpen om verder te komen, maar elkaar juist tegen kunnen gaan werken: het Queen Bee effect. Het onderzoek van de auteurs laat zien dat dit niet zozeer bepaald wordt door de persoonlijkheid van vrouwen aan de top maar aan de dominantie van mannen in de organisatie en het masculiene beeld van topfuncties.
Biografie auteurs: Prof. Dr. Belle Derks is hoogleraar sociale en organisatiepsychologie aan de Universiteit Utrecht en lid van De Jonge Akademie. Derks is expert op het gebied van psychologische processen die genderongelijkheid op het werk verklaren. Voor het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren legde Derks recentelijk de loonkloof tussen mannen en vrouwen in de academische wereld bloot. Derks ontving diverse onderscheidingen voor haar werk, waaronder een dissertatieprijs van de American Psychological Association, en VENI en VIDI beurzen van NWO.

Prof. Dr. Naomi Ellemers is sociaal-psychologisch onderzoeker. Zij is Universiteitshoogleraar aan de Universiteit Utrecht, en Commissaris bij PWC Nederland. Ellemers is expert op het gebied van menselijk gedrag op het werk. Ze publiceerde in tal van boeken en tijdschriften, waaronder Science. Ellemers is lid van de KNAW en de British Academy. Ellemers ontving diverse prijzen voor haar werk, waaronder de hoogste wetenschappelijke onderscheiding in Nederland, de NWO Spinoza prijs. Met Dick de Gilder schreef zij het boek ‘Je werkt anders dan je denkt’.

H5. BETROKKEN, MAAR ONAFHANKELIJK: STREVEN NAAR EEN BETERE POSITIONERING VAN TOEZICHT

Auteur Floor Rink
Referentie publicatie Rink, F. (2017). Betrokken, maar onafhankelijk: streven naar een betere positionering van toezicht. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2017-2018, Deventer: Kluwer.
Inleiding In hoofdstuk 5 betoogt Floor Rink dat toezichthouders er inmiddels van doordrongen zijn dat de bedrijfscultuur van organisaties een bepalende factor is in de strategische beleidsvoering van bestuurders maar dat het lastig lijkt om in de praktijk concreet inhoud aan cultuurbeleid te geven. Dit hoofdstuk staat daarbij specifiek stil bij de wijze waarop bestuurders en toezichthouders zich het beste ten opzichte van elkaar kunnen positioneren.
Biografie auteurs: Prof. dr. Floor Rink is hoogleraar Identiteit en Gedrag in Organisaties aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Haar onderzoek richt zich op de effecten van diversiteit, hierarchische structuren en mobiliteit op de prestaties van individuele medewerkers en teams in organisaties. In samenhang met deze thema's kijkt zij ook naar de regulering van besluitvormingsprocessen in top management teams en boards.

H6. HERZIENE NEDERLANDSE CORPORATE GOVERNANCE CODE VRAAGT OM NIEUWE LEIDERS 

Auteur AnneMarie Smit en Evelien Vlastuin
Referentie publicatie Smit, A. en Vlastuin, E. (2017). Herziene nederlandse corporate governance code vraagt om nieuwe leiders . In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2017-2018, Deventer: Kluwer.
Inleiding AnneMarie Smit en Evelien Vlastuin beschrijven in hoofdstuk 6 het effect van een veranderende samenleving op onder andere de herziene corporate governance code waardoor onderwerpen als lange termijn waardecreatie, deskundigheid op innovatie en cultuur nadrukkelijker naar voren komen. De auteurs beschrijven wat dit betekent voor organisaties en, vooral, voor hun leiders.
Biografie auteurs: Drs. AnneMarie Smit is expert op het gebied van governance en wet- en regelgeving binnen KPMG. Zij richt zich op vraagstukken die spelen binnen of tussen bestuur en RvC. Daarvoor was zij bij de Nederlandsche Bank (DNB) als hoofd van het Expertisecentrum toetsingen verantwoordelijk voor toetsingen van bestuurders en commissarissen in de financiële sector. Voor de Europese Centrale Bank was zij voorzitter van de werkgroep die toetsingen binnen Europa harmoniseert.

Evelien Vlastuin MSC MCM is expert op het gebied van governance binnen KPMG. Ze heeft als voormalig toezichthouder van de Nederlandsche Bank (DNB) ruime ervaring op het gebied van geschiktheidstoetsingen, beheerst beloningsbeleid, beheerste en integere bedrijfsvoering, vergunningaanvragen en probleemdossiers. Evelien werkte als toezichthouder op verzekeraars nauw samen met de AFM, onder andere op het gebied van volmachten en vakbekwaamheid.

H7. GOVERNANCE MODEL CANVAS: EEN HULPMIDDEL VOOR COMMISSARISSEN BIJ HET BESPREKEN VAN LANGE TERMIJN WAARDECREATIE

Auteur Mijntje Lückerath-Rovers
Referentie publicatie Lückerath-Rovers, M. (2017). Governance model canvas: een hulpmiddel voor commissarissen bij het bespreken van langetermijnwaardecreatie. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2017-2018, Deventer: Kluwer.
Inleiding In hoofdstuk 7 betoogt Mijntje Lückerath dat het commissarissen kan helpen om de vele impliciete veronderstellingen over lange termijn waardecreatie op een gestructureerde en analytische wijze met elkaar te bespreken. Ze introduceert daarvoor het Governance Model Canvas, een aanpassing van de reeds beproefde methode voor het inzichtelijk maken van een business model, het Business Model Canvas. Het oorspronkelijke model leidt aan de hand van acht sub-thema’s tot het negende hoofdthema: de Waardepropositie. Dit is ook toepasbaar voor besprekingen over de lange termijn waardecreatie in corporate governance.
Biografie auteurs: Prof. dr. Mijntje Lückerath-Rovers is initiatiefnemer en voorzitter van de redactie van dit Jaarboek Corporate Governance. Zij is hoogleraar Corporate Governance aan de Tilburg University, TIAS School for Business and Society. Zij is auteur van de jaarlijkse Nederlandse Female Board Index, het Nationaal Commissarissen Onderzoek en van vele wetenschappelijke en professionele artikelen. Zij is daarnaast betrokken bij diverse maatschappelijke initiatieven op het terrein van Corporate Governance waaronder het herschrijven van de Governance Code Cultuur en is lid van de Monitoring Commissie Code Pensioenfondsen. Zij is/was zelf commissaris en/of toezichthouder bij Achmea, NRC Media, de ASN Beleggingsinstellingen, KNGF Geleidehonden en de Betaalvereniging Nederland.

H8. ECHTE WAARDECREATIE VEREIST MEER DAN EEN GOVERNANCE CODE

Auteur Hans Schenk
Referentie publicatie Schenk, H. (2017). Echte waardecreatie vereist meer dan een governance code. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2017-2018, Deventer: Kluwer.
Inleiding Hans Schenk gaat in hoofdstuk 8 in op lange termijn waardecreatie in het geval van fusies en overnames. Hij betoogt dat dit proces waarde vernietigend kan werken tenzij partijen door derden gedwongen worden zich te oriënteren op het lange termijn belang van hun handelen. Het formuleren van een “visie op lange termijn waardecreatie” door het bestuur van de vennootschap kan daarbij volgens de auteur niet altijd soelaas bieden. Hij haalt daarbij een citaat uit 1996 aan: “When everything is for sale, the person who cares for the long run starts to feel like a sucker”.
Biografie auteurs: Prof. dr. Hans Schenk studeerde economie en bedrijfskunde en is momenteel hoogleraar Economie en Bedrijfseconomie aan de Universiteit Utrecht en kroonlid van de Sociaal-Economische Raad. Hij was eerder verbonden aan de universiteiten van Tilburg, Rotterdam en Groningen, en directeur van het familiebedrijf in Maastricht. Daarnaast verbleef hij als part-time hoogleraar aan universiteiten in Straatsburg en Beijing en als fellow aan Cambridge. Hij was eerder commissaris bij een Britse multinational en een woningcorporatie en is nu commissaris bij Transdev Holding NV (o.m. Connexxion en Witte Kruis) en RFS Holding BV (o.m. Wehkamp en Lacent).

H9. CRISIS IN DE BOARDROOM: EEN EXPLORATIEF ONDERZOEK NAAR DE OMGANG MET KRITISCHE SITUATIES DOOR RADEN VAN COMMISSARISSEN 

Auteur Dennis Veltrop, Jaap van Manen en Olaf Smits van Waesberghe
Referentie publicatie Veltrop, D. Van Manen, J. en Smits van Waesberghe, O. (2017).Crisis in de boardroom: een exploratief onderzoek naar de omgang met kritische situaties door raden van commissarissen . In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2017-2018, Deventer: Kluwer.
Inleiding Dennis Veltrop, Jaap van Manen en Olaf Smits van Waesberghe beschrijven in hoofdstuk 9 hun onderzoek naar de omgang door RvCs van kritische situaties. Het onderzoek is gebaseerd op door bestuurders en commissarissen aangedragen gedetailleerde omschrijvingen van kritische situaties, waarbij specifiek is ingegaan op de oorzaken van de kritische situatie, hoe RvCs zijn omgegaan met kritische situatie, en de gevolgen.
Biografie auteurs: Dr. Dennis Veltrop is gepromoveerd op het onderwerp van boardroom dynamics en is medeoprichter van BoardResearch.org. Hij is als universitair docent verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en als onderzoeker verbonden aan De Nederlandsche Bank. Het onderzoek van Dennis ligt op het snijvlak van fundamentele gedragsmatige processen binnen boards en governance van organisaties.

Prof. Dr. Jaap van Manen is als boardroomconsultant verbonden aan Strategic Management Centre in Laren. Hij is voorzitter van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code, vicevoorzitter van de raad van commissarissen van DNB, lid van de raad van commissarissen van Bornet Groep Rotterdam B.V., bestuurslid van de Stichting Maatschappij en Veiligheid en bestuurslid van de Stichting Endowment bij het Museum Boijmans van Beuningen. Voordat Jaap zich aansloot bij het Strategic Management Centre was hij als partner verbonden aan PwC. Hij is emeritus-hoogleraar Corporate Governance aan de Rijksuniversiteit Groningen.

mr. Olaf Smits van Waesberghe is directeur van Nationaal Register in Den Haag. Hij is eveneens directeur van NR Search & Advisory BV en NR Academy BV. Olaf is verantwoordelijk voor business development, non-executive search en het governance kenniscentrum. Daarnaast is Olaf Lid Raad van Toezicht bij het Residentie Orkest en Secretaris Bestuur Stichting Dinamo Fonds. Olaf is afgestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam in het Nederlands Recht, bedrijfsjuridische richting.

H10. INTERN TOEZICHT PENSIOENSECTOR BEWEEGT MET ZIJN CODE MEE NAAR GOVERNANCE OP MAAT, MAAR RUIMTE VOOR VERBETERING BLIJFT 

Auteur Annika Galle en Karel Boonzaaijer
Referentie publicatie Galle, A. en Boonzaaijer, K. (2017) Intern toezicht pensioensector beweegt met zijn code mee naar governance op maat, maar ruimte voor verbetering blijft. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2017-2018, Deventer: Kluwer.
Inleiding In hoofdstuk 10 beschrijven Annika Galle en Karel Boonzaaijer hun onderzoek dat zij verrichten in opdracht voor de vereniging voor toezichthouders bij pensioenfondsen en hun code. Het focust op de toepassing van-, en rapportage over de VITP-code en geeft aanbevelingen voor het intern toezicht binnen de pensioensector.
Biografie auteurs: Mr. dr. Annika Galle is universitair docent Financieel Recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij doceert masterstudenten op het gebied van Financieel Recht en Corporate Governance. Haar onderzoek focust op corporate governance in de financiële sector en meer in het bijzonder op zelfregulering, transparantie en toezicht. Annika presenteerde haar onderzoek op verschillende (inter)nationale congressen en publiceerde in verscheidene Nederlandse en internationale tijdschriften en boeken. Daarnaast voerde zij voor marktpartijen (vaak Monitoring Commissies of Verenigingen van intern toezichthouders) meerdere onafhankelijke onderzoeken uit op het gebied van corporate governance en intern toezicht.

Mr. drs. Karel Boonzaaijer is als wetenschappelijk docent en onderzoeker verbonden aan de sectie Handels-, Ondernemings- en Financieel recht van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij doceert verscheidene vakken in de master Ondernemingsrecht, waaronder de mastervakken Onderzoekspracticum Ondernemingsrecht en Corporate Governance & Corporate Litigation. Karels onderzoek is met name gericht op corporate governance en regelgeving voor accountants(toezicht). Hij maakte deel uit van diverse onderzoeksteams ten behoeve van onafhankelijk onderzoek in opdracht van derden zoals overheden, beroeps- en belangenorganisaties en Monitoring Commissies.

H11. INSTITUTIONELE BELEGGERS, COLLECTIVE ACTION EN CORPORATE GOVERNANCE

Auteur Niels Hermes, Reggy Hooghiemstra en Kees van Veen
Referentie publicatie Hermes,N., Hooghiemstra, R. en Van Veen, K. (2017). Institutionele beleggers, collective action en corporate governance. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2017-2018, Deventer: Kluwer.
Inleiding Niels Hermes, Reggy Hooghiemstra en Kees van Veen beschrijven in hoofdstuk 11 dat de relatie tussen het bestuur van de onderneming en de aandeelhouders complex is omdat beide partijen vaak verschillende, soms zelfs conflicterende belangen hebben. Deze complexiteit wordt vergroot doordat er vaak verschillende aandeelhouders zijn, elk met een relatief klein belang in de onderneming. In hun hoofdstuk analyseren zij onder andere het collective action problem van institutionele beleggers. Zij richten zich daarbij op de vraag hoe organisaties als Eumedion hiervoor een oplossing kunnen bieden.
Biografie auteurs: Prof. dr. Niels Hermes is hoogleraar International Finance aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is voorzitter van de vakgroep Economics, Econometrics and Finance. Zijn onderzoek richt zich op corporate governance vraagstukken, waarbij de aandacht vooral is gericht op de effecten van boards en de samenstelling van de aandeelhouders op de besluitvorming en prestaties van de onderneming. Daarnaast doet hij onderzoek naar de omvang en gevolgen van internationale kapitaalstromen voor opkomende economieën en de naar de rol die microfinanciering speelt bij het verschaffen van toegang tot financiële diensten aan gezinnen en kleine bedrijven in ontwikkelingslanden. Hij publiceert over deze onderwerpen in internationale vaktijdschriften zoals Economic Journal, Journal of Banking & Finance, Corporate Governance: An International Review en Journal of International Money & Finance.

Dr. Reggy Hooghiemstra is als universitair hoofddocent verbonden aan de Vakgroep Accountancy en de Vakgroep Accounting van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij maakt deel uit van het Institute for Governance and Organizational Responsibility (IGOR) en van het signature area Board Effectiveness. Zijn onderzoeksinteresses liggen op het gebied van corporate governance (i.h.b. compliance, board effectiveness, upper echelons), corporate reporting, en gedragsmatige aspecten binnen audit teams.

Dr. Kees van Veen is universitair hoofddocent aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van Universiteit Groningen. Tevens is hij directeur van het Institute for Governance and Organizational Responsibility, een expertisecentrum dat zich richt op corporate governance en sustainability vraagstukken in brede zin. Zijn onderzoeksinteresses op dit terrein zijn breed, en omvatten bijvoorbeeld de samenstelling en dynamiek binnen boards, interlocking directorates en corporate governance in vergelijkend perspectief.

H12. OVER BESTUUR EN TOEZICHT, DE BESTUURSTAAK, TAAKVERDELING EN INDIVIDUELE VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE BESTUURDER ALSOOK HET WETTELIJK RICHTSNOER. ENIGE OPMERKINGEN NAAR AANLEIDING VAN HET WETSONTWERP ‘BESTUUR EN TOEZICHT RECHTSPERSONEN’

Auteur Albert Verdam
Referentie publicatie Verdam, A. (2017). Over bestuur en toezicht, de bestuurstaak, taakverdeling en individuele verantwoordelijkheid van de bestuurder alsook het wettelijk richtsnoer. Enige opmerkingen naar aanleiding van het wetsontwerp ‘bestuur en toezicht rechtspersonen’. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2017-2018, Deventer: Kluwer.
Inleiding In hoofdstuk 12 gaat Albert Verdam nader in op het Wetsontwerp “Bestuur en toezicht rechtspersonen” dat beoogt de regeling voor het bestuur en toezicht bij de verschillende soorten rechtspersonen aan te vullen en te verduidelijken. Dit hoofdstuk gaat in op de onderwerpen die worden bestreken door art. 9 (lid 1 t/m 3) BW2 zoals die volgens het wetsontwerp zouden komen te luiden.
Biografie auteurs: Prof. mr. Albert Verdam is werkzaam als jurist bij Koninklijke Philips in Amsterdam en als hoogleraar ondernemingsrecht aan de Vrije Universiteit aldaar. Hij publiceert regelmatig over onderwerpen op het gebied van corporate governance bij ondernemingen en bij pensioenfondsen (fund governance). Hij was voorheen lid van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code (Commissie Frijns), voorzitter van het Nederlands Genootschap van Bedrijfsjuristen en voorzitter van de Commissie Ondernemingsstructuur van VNO-NCW.

H13. PRAKTIJKLESSEN VAN EEN AANSPRAKELIJK GESTELDE COMMISSARIS

Auteur Arjen Paardekooper
Referentie publicatie Paardekooper, A. (2017). Praktijklessen van een aansprakelijk gestelde commissaris. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2017-2018, Deventer: Kluwer.
Inleiding In hoofdstuk 13 bespreekt Arjen Paardekooper het onderwerp aansprakelijkheid van commissarissen, waar hij zelf zowel als advocaat maar ook zelf in de praktijk mee te maken heeft gehad. In dit hoofdstuk bespreekt hij de relevante wetsbepalingen, zijn praktijkervaringen en de in de rechtspraak geformuleerde toetsingsnormen. Deze worden vertaald naar praktische aandachtspunten ter ondersteuning van de RvC bij diens taakuitoefening, waarbij de focus ligt op het voorkomen van aansprakelijkheid.
Biografie auteurs: Mr. Arjen Paardekooper is ruim 20 jaar advocaat en partner van Blenheim advocaten en gespecialiseerd in het ondernemingsrecht. Als (voormalig) commissaris bij het ter ziele gegane beursgenoteerde handelshuis Van der Moolen Holding N.V. heeft Arjen Paardekooper ook ervaring met een commissariaat bij zwaar weer en de daarop volgende juridische procedures. Vanuit zijn expertise staat hij ondernemingen, bestuurders en commissarissen op uiteenlopende gebieden bij. Arjen Paardekooper is auteur van het boek “Handleiding voor de commissaris (en toezichthouder).

H14. BELONINGEN EN DE NEDERLANDSE CORPORATE GOVERNANCE CODE 2016: VIER ONDERWERPEN VOOR DE BOARDROOM

Auteur Manuel Lokin
Referentie publicatie Lokin, M. (2017). Beloningen en de nederlandse corporate governance code 2016: vier onderwerpen voor de boardroom. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2017-2018, Deventer: Kluwer.
Inleiding In hoofdstuk 14 gaat Manuel Lokin in op vier beloningsonderwerpen die de bijzondere aandacht van de bestuurder en de RvC verdienen. De auteur bespreekt twee nieuwe bepalingen in de Code 2016 die zien op de visie van de bestuurder op zijn eigen beloning en op de beloningsverhoudingen binnen de onderneming. Daarna komen twee onderwerpen aan bod niet (langer) in de Code 2016 zijn terug te vinden: aandelenbezit en de beloning in aandelen voor commissarissen en het aanpassen en achteraf terugvorderen van beloningen.
Biografie auteurs: mr. Manuel Lokin is advocaat bij Stibbe waar hij zich voornamelijk bezighoudt met corporate litigation, dispute resolution en corporate governance. Daarnaast promoveert hij aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op het onderwerp bezoldiging van bestuurders van beursgenoteerde vennootschappen. Manuel is hoofdredacteur van het Maandblad voor Ondernemingsrecht (MvO) en Ondernemingsrecht Updates (or-updates). Verder publiceert en doceert hij regelmatig op het gebied van corporate governance en het vennootschapsrecht.

H15. CORPORATE GOVERNANCE IN COMPLEXE WERELD. VAN ‘IN CONTROL’ NAAR ‘IN ACTION’

Auteur Hans van Ees en Lex Hoogduin
Referentie publicatie Van Ees, H. en Hoogduin, L. (2017). Corporate governance in complexe wereld. Van ‘in control’ naar ‘in action’. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2017-2018, Deventer: Kluwer.
Inleiding Het jaarboek sluit af met hoofdstuk 15 waarin Hans van Ees en Lex Hoogduin betogen dat discussies over good corporate governance vaak gaan over de effectiviteit van mechanismen en dan vooral over de organisatie van control: extern belanghebbenden moeten toegang hebben tot relevante informatie (transparantie) en kunnen daarmee bestuurders aanspreken op hun daden (accountability) en meer in het algemeen hun belangen kunnen bewaken. De auteurs betogen dat deze benadering van corporate governance ineffectief is vanwege de onmogelijkheid van control in de complexe wereld waarin ondernemingen opereren. Zij pleiten voor een heroriëntatie van de corporate governance, die de complexiteit van onderneming en de relevante omgeving serieus neemt.
Biografie auteurs: Prof. dr. Hans van Ees is lid van de redactie van dit Jaarboek Corporate Governance en hoogleraar corporate governance en instituties aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen en bouw-decaan van het University College Groningen. Zijn onderzoek betreft comparative corporate governance, business groups, boards of directors en sustainable corporate performance. Hij is fellow bij het Instituut of Governance and Organizational Responsibility (IGOR) van de Rijksuniversiteit Groningen, associate editor van het tijdschrift Corporate governance: An international review en lid van de board van European Management Review. Het Institute for Governance and Organizational.

Prof. dr. Lex Hoogduin is hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen (monetaire economie; complexiteit en onzekerheid). Hij is Non-excutive bestuurslid van de London Stock Exchange groep en voorzitter van het bestuur van LCH.Clearnet, Eerder was hij actief bij de Nederlandsche Bank, onder andere als directielid, hoofd van de afdeling Onderzoek en als hoofd van de Monetaire en Economische Beleidsafdeling. Van 1997-2001 was hij adviseur van Wim Duisenberg, de eerste president van de Europese Centrale Bank (ECB). Van 2005-2009 was hij Chief Economist van Robeco en voor een deel van die periode ook hoofd van IRIS (het gezamenlijke onderzoekbureau van Robeco en Rabobank voor retailklanten).


Inhoudsopgave