Tags: internationale vergelijking

Hoofdstuk 1: One-tier en two-tier board: de vorm en de inhoud

Auteur Prof. mr. S.R. Schuit
Referentie publicatie Schuit, S., (2011), 'One-tier en two-tier board: de vorm en de inhoud', in: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer.
Inleiding In het eerste hoofdstuk wordt door Steven Schuit het belang van de vorm en de inhoud van een one-tier en two-tier board beschreven, mede in het licht van het feit dat in Nederland de one-tier board structuur een wettelijke uitwerking heeft gekregen. Aan de hand van verschillende aspecten van de Engelse board room traditie bekijkt hij of deze traditie zich ook leent voor receptie door een Nederlandse one-tier board.
Biografie auteurs: Prof. mr Steven Schuit is zowel hoogleraar Corporate Law and Business Transactions aan de Universiteit Utrecht als hoogleraar Corporate Governance and Responsibility aan Nyenrode Business Universiteit. Hij is momenteel lid van de Raad van Commissarissen bij onder meer New World Resources Plc en Breevast, en voorzitter van Stichting Giving Back. Hij is advocaat (Counsel) bij Allen & Overy, en was partner van 2000 tot 2005. Voordien was hij partner bij Loeff Claeys Verbeke (vanaf 1975) en werkte voor dit kantoor in New York van 1980 tot 1990. Als advocaat begeleidde hij besturen van diverse ondernemingen bij internationale fusies en overnames. In die hoedanigheid heeft hij besturen en commissarissen van grote (beursgenoteerde) ondernemingen geadviseerd over governance vraagstukken. Hij heeft als non-executive ook praktijkervaring opgedaan in zowel een one-tier als in two-tier boards. Hij heeft uitvoerig gepubliceerd op het gebied van corporate governance ondernemingsrecht, fusies en overnames en privatisering. Zijn meest recente publicatie is ‘The Chairman Makes or Breaks the Board’.

Hoofdstuk 2: Aandeelhouderswaarde versus stakeholderwaarde: Een analyse van de ontwikkelingen in Nederland

Auteur Dr. P. Bezemer, Prof. dr. F.A.J. van den Bosch en Prof. dr. H.W. Volberda
Referentie publicatie Bezemer,P., F.A.J. van den Bosch en H.W. Volberda, (2012), Aandeelhouderswaarde versus stakeholderwaarde: Een analyse van de ontwikkelingen in Nederland. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. Van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2012-2013, Deventer: Kluwer.
Inleiding Hoofdstuk 2 is geschreven door Jan-Pieter Bezemer, Frans van den Bosch en Henk Volberda. Door middel van een inhoudsanalyse van jaarverslagen van beursgenoteerde ondernemingen wordt nader geanalyseerd in welke mate heeft het Angelsaksische model voet aan de grond heeft gekregen in Nederland? Tevens wordt onderzocht welke partijen hebben bijgedragen aan de verspreiding van de Angelsaksische logica in de Nederlandse context en in hoeverre er sprake is geweest van een negatieve invloed op de prestaties van Nederlandse ondernemingen zoals soms wordt beweerd. Uit het onderzoek blijkt dat de top-100 beursgenoteerde ondernemingen in Nederland in de periode 1992-2009 meer belang zijn gaan hechten aan aandeelhouderswaarde, dat deze verandering tot stand is gekomen onder invloed van Angelsaksisch-georiënteerde investeerders en door financiële instellingen en dat dit heeft geresulteerd in slechtere financiële prestaties van deze bedrijven. De auteurs verbinden verscheidene kritische implicaties omtrent het belang van het aandeelhouderswaarde perspectief aan hun bevindingen
Biografie auteurs: Dr. Pieter-Jan Bezemer is als Postdoctoral Research Fellow werkzaam in de School of Accountancy van de QUT Business School, Brisbane, Australië. Zijn onderzoek spitst zich voornamelijk toe op (i) de rol van de RvC in de governance van beursgenoteerde organisaties, (ii) besluitvorming tijdens vergaderingen van de RvC en (iii) de verspreiding van een aandeelhouderswaardeoriëntatie in Nederland. In 2010 verdedigde hij zijn proefschrift aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en zijn werk is geaccepteerd/gepubliceerd in Corporate Governance: An International Review, Journal of Management and Governance, International Journal of Business Governance and Ethics, Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie en Goed Bestuur.

Prof. dr. Frans A.J. van den Bosch is hoogleraar Management Interfaces tussen Organisaties en Omgeving van de vakgroep Strategie & Ondernemerschap van de Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit van Rotterdam. Zijn belangrijkste onderzoeksinteresses zijn strategische vernieuwingsprocessen, management en sociale innovaties, organisatorische ambidexterity en corporate governance. Van den Bosch publiceerde verschillende boeken en meer dan 165 artikelen in wetenschappelijke tijdschriften waaronder hoofdstukken in boeken op het gebied van strategie, het internationale bedrijfsleven, algemeen management, economie en studies van de industrieën. Zijn wetenschappelijke artikelen zijn onder andere verschenen in de Academy of Management Journal, Corporate Governance, Journal of Management Studies, Long Range Planning, Management Science, Organization Science, Organization Studies en Strategic Management Journal. Hij is lid van de Editorial Board van verschillende wetenschappelijke tijdschriften zoals Long Range Planning, Journal of Management Studies en Organization Studies. Hij begeleidde tot nu toe 34 proefschriften.

Prof. dr. Henk W. Volberda is hoogleraar Strategisch Management & Ondernemingsbeleid en Director Knowledge Transfer aan de Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit. Hij is tevens Coördinator van het Strategy Research Program van het Erasmus Research Institute of Management (ERIM) en Scientific Director van het top instituut INSCOPE: Research for Innovation. Hij promoveerde cum laude aan de Faculteit Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij was visiting scholar aan de Wharton School van de University of Pennsylvania en aan de Cass Business School, London. Voor zijn onderzoek op het gebied van organisatorische flexibiliteit en strategische verandering ontving hij vele awards waaronder de prestigieuze Igor Ansoff Strategic Management Award. Volberda is redacteur van o.a. Journal of Management Studies, Long Range Planning, Management Executive, Organization Studies, en Organization Science.

Hoofdstuk 5: Aanbevelingen ter verbetering van het gebruik van het ‘pas toe of leg uit’-principe in de praktijk

Auteur Mr. A. Galle
Referentie publicatie Galle, A., (2012), Aanbevelingen ter verbetering van het gebruik van het 'pas toe of leg uit'-principe in de praktijk. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. Van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2012-2013, Deventer: Kluwer.
Inleiding Het pas-toe of leg-uit principe wordt in hoofdstuk 5 beschreven door Annika Galle. Door middel van een rechtsvergelijking tussen België, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Italië en Nederland wordt geanalyseerd op welke punten onvoldoende consensus voor een effectief functioneren van het ‘pas toe of leg uit’-principe in de praktijk bestaat. Ook wordt beschreven hoe de onderzochte landen van elkaar kunnen leren, ofwel wat in essentie EU-breed is aan te bevelen. In dit verband pleit Annika Galle ervoor dat nationale corporate governance codes naar hun juridische inbedding van het ‘pas toe of leg uit’-principe verwijzen en aan het begin van de code duidelijkheid verschaffen op welke specifieke soort van code bepalingen het ‘pas toe of leg uit’-principe van toepassing is. Omwille van een grotere transparantie zouden codeafwijkingen weergegeven dienen te worden in een opsomming met verwijzing naar de betreffende niet-nageleefde bepalingen in de corporate governance verklaring. Een wijziging in de Richtlijn 2006/46/EC die de EU-lidstaten verplicht een dergelijke lay-out te hanteren wordt door haar als meest effectief gezien.
Biografie auteurs: Mr. Annika Galle is sinds 2005 universitair docent Financieel Recht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij geeft onderwijs aan bachelor en master studenten op het gebied van Corporate Governance en Fusies & Overnames. Het onderzoek van Annika Galle is gefocust op corporate governance en code compliance. Annika presenteerde haar onderzoek op het International Conference on Corporate Governance van de Birmingham Business School in het Verenigd Koninkrijk in 2006 en 2008 en publiceerde in verschillende Nederlandse tijdschriften en boeken. Op 31 mei 2012 verdedigde zij haar proefschrift getiteld “Consensus on the comply or explain principle within the EU corporate governance framework: legal and empirical research”. In haar proefschrift wordt vanuit juridisch en empirisch vergelijkend onderzoek bezien hoe binnen het Europese corporate governance raamwerk consensus over de reikwijdte en de noodzakelijke voorwaarden voor een effectief functioneren van het comply or explain principe kan worden bereikt.

Hoofdstuk 6: Onafhankelijkheid is meer dan afstand alleen

Auteur Mr. drs. N.J.M. van Zijl
Referentie publicatie Zijl, N.J.M.van, (2013), Onafhankelijkheid is meer dan afstand alleen. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2013-2014, Deventer: Kluwer.
Inleiding Niels van Zijl gaat in hoofdstuk 6 in op de vraag hoe de onafhankelijkheid van een commissaris plaats dient te krijgen binnen de samenwerking met het bestuur van een vennootschap. Hij besteedt vooral ook aandacht aan het verschil tussen onafhankelijkheid in fact, in appearance en in form evenals de juridische benadering van onafhankelijkheid in de corporate governance code van respectievelijk Nederland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. Hij plaatst vraagtekens bij de manier waarop in de Code onafhankelijkheid van commissarissen benaderd wordt.
Biografie auteurs: Mr. dr. Niels van Zijl is in oktober 2012 gepromoveerd op het proefschrift The Importance of Board Independence – A Multidisciplinary Approach aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Aan de Erasmus Universiteit Rotterdam is hij in de periode 2008–2012 verbonden geweest als promovendus. Hiervoor heeft hij de studies financiële econometrie en financieel recht aan diezelfde universiteit afgerond. Thans is hij assistant business controller bij Akzo Nobel Industrial Chemicals. Niels heeft verder werkervaring bij Nyenrode Business Universiteit, Robeco Private Equity en Shell Asset Management Company.

Hoofdstuk 9: Executive Committees. Valt er wat te regelen?

Auteur Mr. M.C.M. Brandjes
Referentie publicatie Brandjes, M.C.M. (2014), Executive Committees. Valt er wat te regelen? In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2014-2015, Deventer: Kluwer.
Inleiding Michiel Brandjes beschrijft in hoofdstuk 9 de opkomst van de Executive Committee. Hij beschrijft wat onder andere onder een Executive Committee moet worden verstaan, een inventarisatie van de praktijk in de UK en Nederland, hoe een Executive Committee vaak wordt ingericht evenals de mogelijke bedenkingen die men hierbij zou kunnen hebben. Hij stelt tevens de vraag of voor een Executive Committee wettelijke bepalingen of corporate governance code bepalingen zouden moeten gelden of dat het beter is om deze in de praktijk gegroeide behoefte met rust te laten.
Biografie auteurs: Mr. Michiel Brandjes is general counsel corporate en company secretary van Royal Dutch Shell plc sinds 2005 en non-executive director bij Constellium N.V. sinds 2014.

Hoofdstuk 11: Wat brengt Europa ons voor de geschiktheidstoets van bestuurders en commissarissen?

Auteur Mr. A. van Gelder
Referentie publicatie Gelder, A. van, (2014), Wat brengt Europa ons voor de geschiktheidstoets van bestuurders en commissarissen? In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2014-2015, Deventer: Kluwer.
Inleiding Annick van Gelder beschrijft in hoofdstuk 11 de invloed van Europa op de geschiktheidstoets van bestuurders en commissarissen. In het hoofdstuk wordt zowel ingegaan op de huidige geschiktheidstoets van bestuurders en commissarissen, zoals door AFM en DNB uitgevoerd, als op de vraag hoe de toets in Nederland zich verhoudt tot de uitvoering van de geschiktheidseis in Europees perspectief.
Biografie auteurs: Mr. Annick van Gelder is werkzaam bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) als senior jurist bij de afdeling Juridische Zaken in het team dat zich onder meer bezighoudt met de juridische ondersteuning van reguliere en complexe vergunningverleningen. De wet- en regelgeving omtrent geschiktheid en betrouwbaarheid is een van haar kennisgebieden. Daarvoor was zij jurist en assistent-boetefunctionaris bij de afdeling Juridische Zaken van de AFM. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.

Hoofdstuk 14: De risico’s van internationale corruptie – dichterbij dan u denkt. Over de (preventieve) rol van bestuurders en commissarissen

Auteur Drs. M. Wolfs
Referentie publicatie Wolfs, M. (2014), De risico’s van internationale corruptie - dichterbij dan u denkt. Over de (preventieve) rol van bestuurders en commissarissen. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2014-2015, Deventer: Kluwer.
Inleiding Hoofdstuk 14 van Marijke Wolfs beschrijft de risico’s van internationale corruptie en constateert dat deze risico’s wellicht dichterbij zijn dan gedacht. Wolfs gaat daarbij in op de verantwoordelijkheid die bedrijven en hun bestuurders hebben om (betrokkenheid bij) internationale corruptie te voorkomen. Een effectieve aanpak vraagt om doortastend optreden van het bestuur en toezicht, met name als het gaat om preventieve maatregelen.
Biografie auteurs: Drs. Marijke Wolfs is directeur / algemeen secretaris van International Chamber of Commerce (ICC) Nederland. Zij behaalde haar Master International Business Management in Nijmegen en studeerde af op de veranderende dynamiek in internationale waardeketens. Voor studie en stage verbleef zij in Turkije, Italië, Londen en Boedapest. Aansluitend volgde zij de Leergang Buitenlandse Betrekkingen aan Instituut Clingendael. Sinds 2004 bekleedde zij verschillende internationaal georiënteerde functies bij het Ministerie van Economische Zaken waarna zij drie jaar voor een Amsterdams adviesbureau werkte. Sinds 2011 is zij verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van het Nederlandse National Committee van ICC. Binnen deze in 1921 opgerichte Vereniging ICC Nederland zijn dertien Nederlandse beleidscommissies actief waaronder de Commissie CR & Anti-corruptie.

H5: Corporate Governance internationaal

Auteur Mr. Dr. W. Calkoen
Referentie publicatie Kalkoen, W. (2015) Corporate Governance internationaal In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, H. van Ees en M. Kaptein (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2015-2016, Deventer: Kluwer.
Inleiding In Hoofdstuk 5 beschrijft Willem Calkoen corporate governance vanuit meerdere internationale perspectieven. Volgens Calkoen verrijkt kennis omtrent internationaal corporate governance het denken over het eigen nationale corporate governance.
Biografie auteurs: Mr. dr. Willem Calkoen is advocaat in Rotterdam bij NautaDutilh. Hij is voorzitter geweest van de commissie "Corparate Law" van de International Bar Association. Op 11 november 2011 verdedigde hij zijn proefschrift "The One - Tier Board in the changing and converging world of corporate governance: A comparative study of boards in the UK, the US and the Netherlands", RUG 85 . Hij is editor van "The Corporate Governance Review " van Law Business Research ", een jaarlijks uitkomend boek met rapporten uit 30 landen over corporate governance per land. Hij is voorzitter van de Commissie Buitenland van de NOvA en Penningmeester van het Arbitrage Instituut P.R.I.M.E. Finance.