Jaarboek 2011-2012

Categorie omschrijving – Donec congue lacinia dui, a porttitor lectus condimentum laoreet. Nunc eu ullamcorper orci. Quisque eget odio ac lectus vestibulum faucibus eget in metus. In pellentesque faucibus vestibulum. Nulla at nulla justo, eget luctus tortor. Nulla facilisi. Duis aliquet egestas purus in blandit. Curabitur vulputate, ligula lacinia scelerisque tempor, lacus lacus ornare ante, ac egestas est urna sit amet arcu. Class.

Hoofdstuk 1: One-tier en two-tier board: de vorm en de inhoud

Auteur Prof. mr. S.R. Schuit
Referentie publicatie Schuit, S., (2011), 'One-tier en two-tier board: de vorm en de inhoud', in: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer.
Inleiding In het eerste hoofdstuk wordt door Steven Schuit het belang van de vorm en de inhoud van een one-tier en two-tier board beschreven, mede in het licht van het feit dat in Nederland de one-tier board structuur een wettelijke uitwerking heeft gekregen. Aan de hand van verschillende aspecten van de Engelse board room traditie bekijkt hij of deze traditie zich ook leent voor receptie door een Nederlandse one-tier board.
Biografie auteurs: Prof. mr Steven Schuit is zowel hoogleraar Corporate Law and Business Transactions aan de Universiteit Utrecht als hoogleraar Corporate Governance and Responsibility aan Nyenrode Business Universiteit. Hij is momenteel lid van de Raad van Commissarissen bij onder meer New World Resources Plc en Breevast, en voorzitter van Stichting Giving Back. Hij is advocaat (Counsel) bij Allen & Overy, en was partner van 2000 tot 2005. Voordien was hij partner bij Loeff Claeys Verbeke (vanaf 1975) en werkte voor dit kantoor in New York van 1980 tot 1990. Als advocaat begeleidde hij besturen van diverse ondernemingen bij internationale fusies en overnames. In die hoedanigheid heeft hij besturen en commissarissen van grote (beursgenoteerde) ondernemingen geadviseerd over governance vraagstukken. Hij heeft als non-executive ook praktijkervaring opgedaan in zowel een one-tier als in two-tier boards. Hij heeft uitvoerig gepubliceerd op het gebied van corporate governance ondernemingsrecht, fusies en overnames en privatisering. Zijn meest recente publicatie is ‘The Chairman Makes or Breaks the Board’.

Hoofdstuk 2: Aansprakelijkheid van bestuurders voor falend risicomanagement

Auteur Mr. dr. D. Strik
Referentie publicatie Strik, D., (2011), Aansprakelijkheid van bestuurders voor falend risicomanagement. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer.
Inleiding Daniella Strik gaat in hoofdstuk 2 in op de aansprakelijkheidsgronden voor falend risicomanagement. Zij behandelt wat ter zake de gedragsnorm is voor behoorlijk bestuur en op welke wijze de hoogte van de drempel voor aansprakelijkheid van bestuurders voor falend risicomanagement kan worden bepaald.
Biografie auteurs: "Mr. drs. Daniella Strik is partner bij het internationale advocatenkantoor Linklaters LLP en leidt de procespraktijk van dat kantoor in Nederland. Zij staat cliënten bij in procedures en arbitrages op het gebied van ondernemings- en bank recht. Haar praktijk varieert van joint venture en M&A-geschillen tot uitkoop- en enquêteprocedures bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam. Zij maakt ook deel uit van de internationale arbitragegroep van Linklaters. Zij neemt deel aan het academische debat op haar vakgebied door het schrijven van artikelen en het doceren aan diverse instituten en universiteiten. Zo schreef zij als preadviseur van de Vereeniging ‘Handelsrecht’ in 2009 een bijdrage over aansprakelijkheid voor falend risicomanagement. In 2010 verscheen haar proefschrift ‘Grondslagen bestuurdersaansprakelijkheid ‘Een maatpak voor de board room’.
Ook is zij lid van de raad van advies en toezicht van het Nederlands Arbitrage Instituut.

Hoofdstuk 3: Aandachtspunten voor de voorzitter van de algemene vergadering

Auteur Prof. mr. B. Bier
Referentie publicatie Bier, B., (2011), In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer.
Inleiding In hoofdstuk 3 worden door Barbara Bier enkele aandachtspunten voor de voorzitter van de algemene vergadering besproken. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan procedurele aspecten rondom en in de algemene vergadering welke belangrijk zijn voor een geldige besluitvorming door de algemene vergadering en een ordentelijk verloop van de algemene vergadering.
Biografie auteurs: Prof. mr. Barbara Bier is lid van de redactie van dit Jaarboek Corporate Governance,  hoogleraar Ondernemingsrecht en Corporate Governance aan Nyenrode Business Universiteit en als adviseur verbonden aan Stibbe, waar zij voorheen partner en notaris ondernemingsrecht was. Zij heeft veelvuldig al dan niet beursgenoteerde vennootschappen geadviseerd over verschillende Corporate Governance vraagstukken. Barbara is lid van de Gecombineerde Commissie Vennootschapsrecht. Zij zit in de redactie van TOP (Tijdschrift voor de Ondernemingsrecht Praktijk) en is lid van de hoofdredactie van SDU Commentaar Ondernemingsrecht. Zij publiceert en doceert regelmatig op het gebied van Corporate Governance en vennootschapsrecht, in het bijzonder over uitkeringen aan aandeelhouders en is (mede) auteur en bewerker van verschillende boeken op het gebied van het vennootschapsrecht.

Hoofdstuk 4: Compliance risicomanagement: een holistische benadering

Auteur Drs. R. van Altena RA
Referentie publicatie Altena, R. van, (2011), Compliance risicomanagement: een holistische benadering. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer.
Inleiding In hoofdstuk 4 bespreekt Robert van Altena de relevantie van compliance risicomanagement voor het bestuur van organisaties. Hij pleit daarbij voor een holistische benadering.
Biografie auteurs: Drs. Robert van Altena RA is partner binnen KPMG Advisory  werkzaam in het onderdeel Risk & Compliance. Hij adviseert op het gebied van governance met accent op herinrichting van besturingsmodellen en inrichting van risicomanagement, en op het gebied van compliance met accent op de inrichting en evaluatie van compliance frameworks. Het zwaartepunt van zijn advisering ligt momenteel bij financiële instellingen in het licht van ‘herstel van vertrouwen’ en de inbedding van nieuwe regelgeving. Robert is kerndocent aan de postdoctorale opleiding Compliance en Integriteit Management aan de Vrije Universiteit, Amsterdam en is institute director van KPMG’s Audit Committee Institute. In de laatste rol traint en ondersteunt hij (leden van) audit committees in hun permanente educatie en periodieke evaluaties.

Hoofdstuk 5: Bedrijfsethiek en compliance

Auteur Dr. ir. R. Stein
Referentie publicatie Stein, R., (2011), Bedrijfsethiek en compliance. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer.
Inleiding Ronald Stein gaat in hoofdstuk 5 nader in op welke eisen er op het gebied van compliance aan een organisatie zijn te stellen. Naast de naleving van wet- en regelgeving beschrijft hij het belang van bedrijfsethiek voor de governance van organisaties.
Biografie auteurs: Dr.ir. Ronald Stein studeerde sociologie aan de Landbouwhogeschool Wageningen en is doctor in de landbouwwetenschappen. Hij is werkzaam bij Philips als Secretaris van de Review Committee General Business Principles en is Hoofd van het Philips Business Ethics Office. De Review Committee is verantwoordelijk voor de ontwikkeling, en wereldwijde implementatie, van de Philips General Business Principles. Het Business Ethics Office ondersteunt de Review Committee daarbij en vervult ondermeer de volgende taken: -aansturen van wereldwijd netwerk van 200 compliance officers, -periodieke review en update van de business principles van de onderneming; -identificeren van, en anticiperen op, interne en externe ontwikkelingen; -verzorgen van de rapportages voor de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen; -verzorgen van de business ethiek en integriteit rapportage in het Jaarverslag

Hoofdstuk 6: De Ethische Bedrijfscultuur. Overwegingen voor bestuurders en commissarissen

Auteur D. Coenen
Referentie publicatie Coenen, D., (2011), De Ethische Bedrijfscultuur. Overwegingen voor bestuurders en commissarissen . In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer.
Inleiding In hoofdstuk 6 zoomt Dave Coenen in op een aspect, maar volgens hem wel het belangrijkste aspect van de bedrijfsethiek van een organisatie, namelijk de bedrijfsethische organisatiecultuur. Hij laat zien waaruit de ethische organisatiecultuur bestaat en hoe bestuurders dit voor hun eigen organisatie kunnen achterhalen.
Biografie auteurs: Drs. Dave Coenen RA is sinds september 2002 werkzaam bij De Nederlandsche Bank N.V., eerst als toezichthouder bij de Divisie Toezicht pensioenfondsen en beleggingsondernemingen, vervolgens als toezichthouder - sinds mei 2008 - bij de Divisie Toezicht banken. Voor september 2002 werkte hij bij de Autoriteit Financiële Markten, voorafgegaan door de Rabobank. Dave Coenen studeerde bedrijfseconomie en fiscale economie aan de Universiteit Maastricht, gevolgd door de postdoctoraal opleiding Accountancy (2003) en de postdoctoraal opleiding Corporate Compliance (2008) aan de Vrije Universiteit. Momenteel werkt hij aan een proefschrift over de integriteitbewuste bedrijfscultuur.

Hoofdstuk 7: De bestuurdersbeloning: van bezoldigingsbeleid tot claw back

Auteur mr. P.G. Vestering
Referentie publicatie Vestering, P.G., (2011), De bestuurdersbeloning: van bezoldigingsbeleid tot claw back. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer.
Inleiding In hoofdstuk 7 behandelt Paul Vestering een aantal juridische vragen over de beloning van bestuurders, zoals de vaststelling en openbaarmaking van de beloning, of en zo ja hoe een eenmaal vastgestelde beloning kan worden aangepast of teruggedraaid en of de positie van een statutair bestuurder van een beursgenoteerde onderneming zal verzwakken als hij vanwege nieuwe wetgeving niet langer werknemer kan zijn.
Biografie auteurs: mr. Paul Vestering is werkzaam bij advocatenkantoor Stibbe als partner op de afdeling Employment, Pensions and Incentives. Eén van zijn specifieke aandachtsgebieden is de positie van de bestuurder, de beloning van bestuurders, incentive plans en de rol van de verschillende stakeholders daarbij. Paul Vestering publiceert en doceert regelmatig op het gebied van het arbeids- en pensioenrecht, is redactielid van het Tijdschrift Arbeidsrecht Praktijk en ook Certified Pension Lawyer. Naast zijn praktijk vervult Paul Vestering de HR portefeuille in het bestuur van Stibbe.

Hoofdstuk 8: Beloning van bestuurders en media-aandacht: Signalen en implicaties voor Raden van Commissarissen, beleidsmakers en journalisten

Auteur Dr. J. Otten
Referentie publicatie Otten, J., (2011), Beloning van bestuurders en media-aandacht: Signalen en implicaties voor Raden van Commissarissen, beleidsmakers en journalisten. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer.
Inleiding In hoofdstuk 8 laat Jordan Otten op basis van eigen empirisch onderzoek zien hoe de media reageert op de bekendmaking van de beloning van bestuurders en wat dit betekent voor commissarissen, beleidsmakers en journalisten.
Biografie auteurs: Dr. Jordan Otten is assistant professor aan de Rotterdam School of Management aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij promoveerde in de economie aan de Universiteit Utrecht bij de Utrecht School of Economics. Zijn onderzoek richt zich op internationale vergelijkingen van corporate governance, waaronder internationale vergelijkingen van corporate governance best practices en corporate governance structuren. In het bijzonder richt zijn onderzoek zich op vraagstukken rond de beloningen van Raden van Bestuur en Raden van Commissarissen.

Hoofdstuk 9: De accountant en het audit committee

Auteur Prof. dr. mr. M. Pheijffer RA
Referentie publicatie Pheijffer, M., (2011), De accountant en het audit committee. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer.
Inleiding In hoofdstuk 9 geeft Marcel Pheijffer een uitgebreid en actueel overzicht van de verschillende initiatieven die vanuit diverse marktpartijen en toezichthouders worden ontplooid inzake de wijze waarop de rol van de accountant in Corporate Governance kan, of moet, worden veranderd. Hij beargumenteert onder andere dat in het verleden aandeelhouders en commissarissen verzuimden een stevig gevolg te geven aan de eigen verantwoordelijkheid, waaronder ook het daadwerkelijk inhoud geven aan hun relatie met de accountant.
Biografie auteurs: "Prof. dr. mr. Marcel Pheijffer is werkzaam als hoogleraar (Forensische) Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden. In 2002 was hij werkzaam als inhoudelijk secretaris (ofwel: de rechterhand) van de Parlementaire Enquêtecommissie Bouwnijverheid.
Marcel heeft zijn basisopleiding binnen de Belastingdienst genoten en was de afgelopen 12 jaar werkzaam bij de FIOD in Haarlem, alwaar hij betrokken was bij een aantal grootschalige onderzoeken op het terrein van de georganiseerde criminaliteit en organisatiecriminaliteit. Hij promoveerde in 2000 op het proefschrift 'De forensisch accountant; het recht meester' en schreef diverse artikelen en boeken op terreinen zoals: forensische accountancy, financieel rechercheren, fraudebestrijding, integriteit, witwassen, corporate governance en met deze onderwerpen verbonden thema’s.'Marcel was van 1 januari 2006 tot 1 januari 2009 lid van de International Auditing & Assurance Standards Board (IAASB) van de International Federation of Accountants (IFAC). Sedert 2004 is hij lid van de Licentiecommissie van de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB).

Hoofdstuk 10: De ideale aandeelhouder

Auteur Drs. D. Melis MBA en Prof. dr. R. Pruijm RA
Referentie publicatie Melis. D. en Pruijm, R., (2011), De ideale aandeelhouder. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer.
Inleiding Danielle Melis en Ruud Pruijm behandelen in hoofdstuk 10 de veranderende rol van de aandeelhouder, waarbij zij stilstaan bij de vraag of de aandeelhouder in Nederlandse beursvennootschappen zijn verantwoordelijkheden wel in voldoende mate neemt.
Biografie auteurs: Drs. Daniëlle Melis MBA studeerde bedrijfseconomie aan de Universiteit van Tilburg (cum laude, 1995) en haalde haar MBA aan Nyenrode Business University (2002). Tussen 1996-2009 werkte ze voor MeesPierson, NIB Capital Bank en de Rabobank zowel in Nederland als in Londen met name op het gebied van corporate banking en capital markets. Sinds mei 2009 is Danielle verbonden aan Nyenrode Business Universiteit als PhD onderzoeker en doceert in diverse degree en executive programma’s van Nyenrode,. Haar onderzoek richt zich met name op de rol van de aandeelhouder en corporate governance, aandeelhoudersbetrokkenheid en aandeelhoudersdialoog. Danielle maakt deel uit van het Nyenrode Corporate Governance Instituut. Zij is uit dien hoofde tevens betrokken bij contractonderzoek op het gebied van Corporate Governance.

Prof. dr. Ruud Pruijm RA is emeritus hoogleraar Administratieve Techniek aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. In 2008 is hij benoemd als deeltijdlector Corporate Governance aan de Fontys Hogeschool Financieel Management. Sinds september 2010 is hij gasthoogleraar Corporate Governance aan Nyenrode Business Universiteit. De afgelopen 25 jaar heeft hij diverse leidinggevende posities bekleed in met name de financiële dienstverlening. Sinds 1996 is hij actief als adviseur en interim-manager op het gebied van systemen voor interne controle en beheersing en corporate governance. De laatste 10 jaar heeft hij zich intensief beziggehouden met het onderwerp "corporate governance“.In 2003 verscheen zijn boek "Behoorlijk ondernemingsbestuur: lessen uit de boekhoudschandalen“ (publieksprijs beste managementboek van 2003 van de Orde van Organisatie Adviseurs). In mei 2010 verscheen zijn nieuwste boek “Grondslagen van Corporate Governance: leidraad voor behoorlijk ondernemingsbestuur.”

Hoofdstuk 11: Compliance en non-compliance met de Nederlandse corporate governance code

Auteur Prof. dr. H. van Ees en Dr. R.B.H. Hooghiemstra
Referentie publicatie Ees, H. van, en R.B.H. Hooghiemstra, (2011), Compliance en non-compliance met de Nederlandse corporate governance code. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer.
Inleiding Hans van Ees en Reggy Hooghiemstra analyseren in hoofdstuk 11 in hoeverre Nederlandse ondernemingen gelijksoortige verklaringen voor het niet-toepassen van de beginselen en richtlijnen van de Nederlandse Code hanteren en waarom.
Biografie auteurs: Prof. dr. Hans van Ees is sinds 2012 lid van de redactie van dit Jaarboek Corporate Governance en hoogleraar corporate governance en Instituties aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen en bouw-dekaan van het University College Groningen. Zijn onderzoek betreft comparative corporate governance, business groups, boards of directors en sustainable corporate performance. Hij is directeur van het Corporate Governance Insights Centre in Groningen, vice-president van de European Academy of Management (EURAM)  en als associate editor verbonden aan het tijdschrift Corporate governance: An international review. Het Corporate Governance Insights Centre is bijvoorbeeld actief op het gebied van contractonderzoek en consultancy ter zake good governance en industrial democracy onder meer voor de Monitoring commissie Nederlandse corporate governance code.

Dr. Reggy Hooghiemstra is, na werkzaam te zijn geweest binnen de accountancy, sinds enige jaren als universitair docent verbonden aan de Vakgroep Accountancy en de Vakgroep Accounting van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij maakt deel uit van het Corporate Governance Insights Centre van de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn onderzoeksgebied ligt op het raakvlak van internal control, internationale aspecten van verslaggeving en corporate governance.

Hoofdstuk 12: Wat is een goede uitleg? Reflecties op het ‘pas toe of leg uit’-principe.

Auteur Prof. dr. R. Jeurissen en Dr. E. Karssing
Referentie publicatie Jeurissen, R. en E. Karssing, (2011), Wat is een goede uitleg? Reflecties op het 'pas toe of leg uit'-principe. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer.
Inleiding Ronald Jeurissen en Edgar Karssing reflecteren in hoofdstuk 12 vanuit de argumentatieleer wat een goede uitleg is bij het pas-toe en leg-uit principe in de corporate governance code.
Biografie auteurs: Prof. dr. Ronald Jeurissen is hoogleraar Bedrijfsethiek bij Nyenrode Business Universiteit en directeur van het European Institute for Business Ethics. Hij studeerde filosofie, theologie en sociale wetenschappen in Nijmegen, Tilburg en aan de Universiteit van Amsterdam. Ronald publiceerde zes boeken over bedrijfsethiek, waaronder het bekroonde ‘Bedrijfsethiek: een goede zaak’ (7e druk 2008). Van 2008 tot 2010 was hij lid van de redactieraad van het toonaangevende Business Ethics Quarterly. Hij is lid van de commissie Toelating en Integriteit van de IVBN (Institutionele Beleggers in Vastgoed).

Dr. Edgar Karssing is als universitair hoofddocent verbonden aan het instituut voor bedrijfsethiek van Nyenrode Business Universiteit. Edgar behaalde zijn Masters in Economie en Wijsbegeerte aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 2006 promoveerde hij aan de Erasmus Universiteit op een proefschrift over integriteit in theorie en praktijk. Zijn onderzoek richt zich op integriteit en integriteitsmanagement ('Wat werkt en wat niet?'), zowel in de private als de publieke sector. Edgar is winnaar van de Nationale Compliance Award 2010.

Hoofdstuk 13: Evaluaties van raden van commissarissen

Auteur Drs. D. Veltrop en Prof. J. van Manen RA
Referentie publicatie Veltrop, D. en J. van Manen, (2011), Evaluaties van raden van commissarissen. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer.
Inleiding In hoofdstuk 13 beschrijven Dennis Veltrop en Jaap van Manen de voor- en nadelen van de zelf-evaluatie door raden van commissarissen. Ze gaan echter ook een stapje verder en geven een uiteenzetting van een optimale aanpak van de evaluatie van de raad van commissarissen.
Biografie auteurs: Drs. Dennis Veltrop is als onderzoeker verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. In zijn onderzoek richt hij zich op het functioneren van raden van bestuur en raden van commissarissen. Hij richt zich in het bijzonder op gedragsmatige aspecten en de invloed hiervan op de governance van organisaties. Hij maakt hierbij primair gebruik van inzichten en meettechnieken vanuit de sociaal-psychologische en organizational behavior literatuur.

Prof.dr. Jaap van Manen RA is hoogleraar corporate governance aan de Rijksuniversiteit Groningen en als partner verbonden aan Strategic Management Centre. Jaap adviseert bestuurders, commissarissen en aandeelhouders over strategie en bestuur. Tot ultimo 2010 was Jaap als partner verbonden aan Pwc. Zijn onderzoek is gericht op het functioneren van bestuurders en commissarissen. Op de website van Strategic Management Centre heeft Jaap een weblog waarop hij ingaat op vraagstukken op het gebied van corporate governance (www.smclaren.com).

Hoofdstuk 14: RvC laat zich niet kennen

Auteur Prof.dr. M. Lückerath-Rovers en Drs. M.A. Scheltema
Referentie publicatie Lückerath-Rovers, M. en M.A. Scheltema, (2011), RvC laat zich niet kennen. In: Lückerath-Rovers, M., B. Bier, M. Kaptein, en L. Paape (eds.), Jaarboek Corporate Governance 2011-2012, Deventer: Kluwer.
Inleiding In hoofdstuk 14 beschrijven Mijntje Lückerath en Margot Scheltema hun onderzoek naar de verslagen van de raad van commissarissen. Ze constateren dat ten opzichte van 2009 er ook in 2010 nog steeds weinig inzicht wordt gegeven in toezicht. Het hoofdstuk sluit af met een aantal aanbevelingen ter verbetering van het verslag van de raad van commissarissen.
Biografie auteurs: Prof. dr. Mijntje Lückerath-Rovers is initiatiefnemer en voorzitter van de redactie van dit Jaarboek Corporate Governance. Zij is hoogleraar Corporate Governance aan de Tilburg University, TIAS School for Business and Society. Zij is auteur van de jaarlijkse Nederlandse Female Board Index, het Nationaal Commissarissen Onderzoek en van vele wetenschappelijke en professionele artikelen. Zij is daarnaast betrokken bij diverse maatschappelijke initiatieven op het terrein van Corporate Governance waaronder het herschrijven van de Governance Code Cultuur, de Monitoring Commissie Code Pensioenfondsen, de Governance Risk & Compliance commissie van de NBA en de evaluatie van de Governancecode Woningcorporaties. Zij is zelf commissaris en/of toezichthouder bij Achmea, de ASN Beleggingsinstellingen, EY, KNGF Geleidehonden en de Betaalvereniging Nederland.

Drs. Margot Scheltema is sinds 2009 full-time commissaris en toezichthouder, o.m. bij TNT Express, ASR Nederland, Schiphol Group, Triodos Bank, en het Warmtebedrijf Rotterdam. Ze is verbonden aan de Erasmus Universiteit als Research Fellow. Voorts is zij lid van de Raad van Toezicht van het Rijksmuseum, World Press Photo, en het Institut Neérlandais in Parijs. Ze is lid van de Commissie Financiële Verslaggeving van de AFM, en van de Signaleringsraad van het NBA. Voorheen was zij 25 jaar werkzaam bij Shell, grotendeels in het buitenland, in een divers aantal financiële functies zoals finance manager in Tunesië en in Zuid-Amerika. In 2004 kwam zij terug naar Nederland als Financieel Directeur Shell Nederland.